1
2
8
10
1.
Weergavescherm
2.
Instelling van de vriescompartiment
3.
Instelling van het koelcompartiment
4.
Weergave vereiste temperatuur
5.
"Smart" functie
6.
(Apparaat voorzien van een " inverter "
compressor)
7.
"Snelvriezen" functie
8.
De temperatuurinstelzone (koelkast
of vriezer) selecteren
9.
De temperatuur selecteren
104
V.1.0
gebruik
3
4
5
6
7
9
11
12
10.
De modus ("Smart" of "Fast freeze")
selecteren
11.
De temperatuurinstelling of
de geselecteerde modus bevestigen
12.
Het bedieningspaneel vergrendelen/
ontgrendelen
•
HET SCHERM IN SLAAPSTAND ZETTEN
Het scherm gaat over op de slaapstand (uitgeschakeld) 3 minuten na de laatste druk
op een toets. Druk, om de slaapstand te verlaten, op een toets (het scherm licht op) en
druk vervolgens op de toets "3 sec to unlock" gedurende 3 seconden. U kunt vervolgens
de gewenste instelling(en) uitvoeren.
Het scherm verlaat tevens de slaapstand zodra u de deur van het apparaat opent.
Temperatuurregeling en keuze van de werkstand
•
TEMPERATUURREGELING VAN DE KOELKAST
Druk op de toets "Temp Zone" totdat het koelcompartiment op het scherm knippert (punt 3
in het schema op de vorige bladzijde). Druk vervolgens één of meerdere keren op de toets
"Temp" om een temperatuur te selecteren, zoals hieronder aangegeven:
2 °C -> 3 °C -> 4 °C -> 5 °C -> 6 °C -> 7 °C -> 8 °C -> OF -> 2 °C ...
Bij elke druk op de toets "Temp Zone" wordt de temperatuur met een graad verhoogd.
•
TEMPERATUURREGELING VAN DE DIEPVRIEZER
Druk op de toets "Temp Zone" totdat het vriescompartiment op het scherm knippert (punt 2
in het schema op de vorige bladzijde). Druk vervolgens één of meerdere keren op de toets
"Temp" om een temperatuur te selecteren, zoals hieronder aangegeven:
-24 °C -> -23 °C -> -22 °C -> -21 °C -> -20 °C -> -19 °C -> -18 °C -> -17 °C -> -16 °C -> -24 °C ...
Bij elke druk op de toets "Temp Zone" wordt de temperatuur met een graad verlaagd.
•
"SMART" (INTELLIGENTE) MODUS
In de "Smart" modus, wordt de temperatuur van de koelkast automatisch afgesteld op 5 °C
en die van de vriezer op -18 °C.
Druk, om deze modus in te schakelen, op de toets "Function" totdat het symbool van de
"Smart" modus knippert. Druk vervolgens op de toets "OK" om de selectie te bevestigen.
Het lampje
gaat branden.
Druk, om de "Smart" modus uit te schakelen, op de toets "Function" totdat het symbool
van de "Smart" modus knippert. Druk vervolgens op de toets "OK" om de modus te verlaten.
Het signaallampje
gaat uit.
Als u de "Fast freeze" modus kiest, wordt de "Smart" modus uitgeschakeld.
105
V.1.0
gebruik