8. BESTURINGSPANEEL
1
Aan/Uit
2
Toets functie Pauze
3
Regeling van de timer en indicator kooktijd
Symbool van de functie "brug"
4
5
Symbool van de timer
6
Indicator vermogensniveau
7
Symbool van de functie Smelten
8
Toets functie Smelten
9
Vermogensbalk
10
Toets voor de Timerfunctie
De kookzones kunnen geactiveerd wor-
den door te drukken op de referentiedi-
git
. De digit wordt sterker verlicht om
de handeling te bevestigen.
Bij de plaatsing van een pan op een van
de 4 kookzones zal de kookplaat de
aanwezigheid ervan automatisch detec-
teren en wordt de overeenkomstige digit
verlicht om de kookzone in te schake-
len.
Als er geen pannen of andere voorwer-
pen op de kookplaat aanwezig zijn, dan
zijn de digits niet zichtbaar.
De functies die geselecteerd kunnen
worden op het bedieningspaneel zijn al-
tijd zichtbaar, maar verlicht met een la-
ge helderheid. Selecteer de functies
door het overeenkomstige symbool aan
te raken.
9. VERMOGENSBEPERKI
NG
De eerste keer dat het apparaat wordt
aangesloten op het huishoudelijke elek-
triciteitsnet moet de installateur het ver-
142
mogen van de kookzones instellen op
basis van de werkelijke capaciteit van
het elektriciteitsnet.
Als dit niet nodig is, kunt u de kookplaat
direct inschakelen met
natief, de hieronder beschreven proce-
dure volgen om het menu te openen.
• Sluit de kookplaat aan op het elektri-
citeitsnet (deze handeling moet voor
elke opening van het menu worden
uitgevoerd).
• Alle digits lichten enkele seconden
op.
• Houd, zodra de digits weer uit gaan,
en
gedurende 4 seconden inge-
drukt, tot de vermogensbalken links
oplichten.
• Houd de vermogensbalken links ge-
durende 4 seconden gelijktijdig inge-
drukt, tot de 3 digits "CF6" aangeven.
• Druk op tot " PHA " verschijnt.
• Druk op de vermogensbalk links om
de correcte instelling te selecteren.
Zie de onderstaande tabel voor de spe-
cificatie van de vermogens:
of, als alter-