7. WEGEN
7.1 Zet de bedieningshendel in de stand LOWER (omlaag) en laat de heftruck zakken
naar de laagste stand.
7.2 Druk op de toets
om het systeem in te schakelen. Na de opstartprocedure toont
de indicator het gewicht.
7.3
Weegmethode voor bruto gewicht:
Druk op de toets ZERO (nul) voor het instellen van het brutogewicht op 0. Plaats de vor-
ken onder de pallet en controleer of de last goed in evenwicht is. Zet de hendel in stand
ASCENT (omhoog). Pomp met het handvat om de vorken omhoog te brengen tot de
pallet los van de grond is. Wanneer de indicator stabiel is, wordt het brutogewicht van
de goederen (totaalgewicht van de pallet en de goederen) getoond.
7.4
Weegmethode voor nettogewicht:
Het gewicht van de goederen zonder het gewicht van de pallet (of andere container)
weergeven:
7.4.1 Weeg een standaardpallet afzonderlijk, bijvoorbeeld: gewicht pallet: 40kg.
7.4.2 Druk op de toets ZERO (nul), waarna de indicator 0 kg weergeeft.
7.4.3 Verwijder de pallet van de vorken:de indicator geeft -40 kg weer.
7.4.4 Weeg de goederen op de pallet zoals weergegeven in 7.3. Wanneer de indica-
tor stabiel is, wordt het nettogewicht van de goederen getoond.
7.5
Overschakelen van kg naar lb.
Wanneer het gewicht wordt vermeld in kg, drukt u op de toets ZERO (nul), zodat wordt
overgeschakeld van kg naar lb. Druk op nogmaals op de toets ZERO (nul), waarmee de
eenheid weer in kg wordt weergegeven.
7.6
Schakel de indicator uit
Druk op de toets ON/OFF (aan/uit) tot de indicator OFF (uit) weergeeft. Als u de toets
loslaat, wordt de indicator uitgeschakeld.
8. GEGEVENS OVER BATTERIJVERMOGEN EN -VERVANGING
Oplaadbare batterijen moeten worden opgeladen volgens de instructies die zijn mee-
geleverd voordat ze voor het eerst worden gebruikt. Vervang de batterijen als wordt
weergegeven
op het display.
8.1 Batterijen vervangen:
8.1.1 Draai de schroeven van het deksel van de batterij los en verwijder het deksel.
8.1.2 Open het batterijdeksel en trek haal de stekkereenheid van de batterij.
8.1.3 Plaats de nieuwe batterij in dezelfde richting en zet de stekkereenheid erop.
8.1.4 Schroef het batterijdeksel vast op zijn plaats.
Accuspanning
Batterijcapaciteit
9.1 INSTRUCTIES VOOR EEN VEILIGE WERKING
6 V
4.5 Ah
6
8
9. FOUTOPSPORING BIJ WEEGGEDEELTE
N°
Fout
Oorzaak
1
Het instrument toont:
- De lading is te groot
OVER
voor de weegschaal.
2
De tekst wordt niet
- Batterijvoltage is te
duidelijk leesbaar
laag.
afgedrukt op het
ticket.
3
De weegschaal is
- De vorkschoen raakt
niet nauwkeurig.
de onderkant van de
weegschaal.
- Kabel in aanslui-
tingskast
is los.
- 1 van de laadcellen is
stuk.
4
De meter kanniet
- Batterijvoltage is te
worden aangezet.
laag.
- Betterij is volledig
versleten.
- Oplader is bescha-
digd.
5
Batterij kan niet
- Batterij is beschadigd.
worden opgeladen.
Oplader is beschadigd.
9.2 TEKENING VAN DE ONDERDELEN VAN DE POMPMONTAGE
Oplossing
- Verwijder de lading
onmiddellijk.
- Laad de batterijen op.
- Verwijder alles dat de
beweging van de weegschaal
kan beperken.
- Controleer de verbinding in
de aansluitingskast nadat is
bevestigd dat het veilig is.
- Ga op de 4 hoeken van de
weegschaal staan. De laadcel
in de hoek die een ander
gewicht aangeeft moet wor-
den
vervangen.
- Laad de batterijen op.
- Vervang de oplaadbare
batterijen door nieuwe.
- Controleer het voltage van de
oplader vervang oplader door
een nieuwe.
- Vervang oplaadbare batterij
door nieuwe.
- Controleer het voltage van de
oplader vervang oplader door
een nieuwe.
7
9