BE
NL
Reinigingsmiddelen bij vullen/legen:
• Om reinigingsmiddel te gebruiken,
moet er reinigingsmiddel in het reini-
gingsmiddelbakje (24) zitten.
• Voor het verwij deren van het reini-
gingsmiddelreservoir (24) neemt u het
reservoir zij delings vast en schuift u het
naar boven. U kunt nu het wasmiddel-
reservoir uit de onderste en zij geleiders
van de hogedrukreiniger halen. Verwij -
der de aanzuigslang met de sluitkap
(23) uit de opening van het reinigings-
middelreservoir. Deze blij ven op de
hogedrukreiniger achter.
• Om het reinigingsmiddelreservoir (24)
er weer op te plaatsen, gaat u in om-
gekeerde volgorde te werk.
Werktip voor de standaard varia-
bele spuitkop: Gebruik de standaard
variabele spuitkop (25) in de lagedruk-
modus (volledig naar rechts gedraaid) en
het reinigingsmiddel wordt automatisch
aangezogen.
Hoe verder u het spuitkop naar links
draait, hoe minder reinigingsmiddel wordt
aangezogen. Zo schakelt u over naar de
hogedrukwerking.
Werktip voor de roterende wasbor-
stel: De roterende wasborstel (21) werkt
in lagedrukmodus, het reinigingsmiddel
wordt automatisch aangezogen.
Aanzuigen van water
• Dankzij de geïntegreerde wateraan-
zuigfunctie kunt u het apparaat ook
onafhankelij k van de waterleiding (bij -
voorbeeld door gebruik te maken van
een regenton) gebruiken. Deze functie
dient uitsluitend gebruikt te worden met
een aanzuigslang met fi lterkorf.
Het apparaat zelf mag niet in de
open waterbron ondergedom-
peld worden. Er bestaat risico op
60
persoonlij k letsel door elektrische
schok.
Zuig geen water aan uit natuurlij ke
poelen. Er bestaat het risico op ver-
ontreiniging door teruggespoelde
reinigingsmiddelen.
1. Steek de aanzuigslang met fi lterkorf op
de wateraansluiting (12) met zeefi nzet-
stuk (12.1) op de wateraansluiting (13)
van het apparaat.
2. Hang het uiteinde met de fi lterkorf in
het waterreservoir (bij voorbeeld regen-
ton). Zorg voor voldoende watervoor-
raad en een veilige watertoevoer.
Bij droge werking raakt het appa-
raat beschadigd.
3. Verwij der de lans (3) van het spuitpis-
tool (14). Houd eerst de inschakelhen-
del (19) van het spuitpistool (14) inge-
drukt en schakel pas dan het apparaat
in.
4. Het apparaat begint water aan te zui-
gen en de lucht kan ontsnappen.
5. Wanneer er geen lucht meer in het ap-
paraat zit, kunt u de inschakelhendel
(19) van het spuitpistool (14) loslaten.
U kunt naar keuze een opzetstuk op het
spuitpistool (14) monteren.
Het apparaat mag niet hoger dan
het waterreservoir staan.
Reiniging en Onderhoud
Voor begin van de onderhouds-
werkzaamheden de stekker uittrek-
ken. Daartoe behoort ook de aan-
sluiting op de watertoevoer of een
poging om lekkages te verhelpen.
Door beweegbare onderdelen be-
staat er gevaar voor een elektrische
schok of voor verwondingen.