Veiligheidsinstructies
■
Bij verkeerd gebruik kan er vloeistof uit de
accu lopen. Voorkom de aanraking hier-
mee. Spoel direct af met water wanneer u
er per ongeluk mee in contact komt. Wan-
neer de vloeistof in de ogen komt, moet er
een arts worden geraadpleegd. Lekkende
accuvloeistof kan huidirritaties of verbrandin-
gen veroorzaken.
■
Gebruik geen beschadigde of gewijzigde
accu. Beschadigde of gewijzigde accu´s kun-
nen zich onvoorspelbaar gedragen en brand,
explosie of letsel veroorzaken.
■
Stel een accu niet bloot aan brand of hoge
temperaturen. Brand of temperaturen van
meer dan 130 °C kunnen een explosie ver-
oorzaken.
■
Leef alle aanwijzingen voor het opladen
na en laad de accu of het accugereed-
schap nooit buiten het in de gebrui-
kershandleiding aangegeven temperatuur-
bereik op. Verkeerd opladen of laden buiten
het toegestane temperatuurbereik kan de ac-
cu vernielen en het brandgevaar vergroten.
3.1.6
Service
■
Laat het elektrische gereedschap alleen
door gekwalificeerd personeel en met ori-
ginele reserveonderdelen repareren. Zo
wordt gegarandeerd dat de veiligheid van het
elektrische gereedschap behouden blijft.
■
Onderhoud beschadigde accu´s in geen
geval. Alle onderhoudswerkzaamheden aan
de accu´s moeten door de fabrikant of een
geautoriseerde klantenservice worden uitge-
voerd.
3.2
Veiligheidsinstructies voor grasmaaier
■
Gebruik de grasmaaier niet bij slechte
weersomstandigheden, met name bij ge-
vaar voor bliksem. Dat vermindert het ge-
vaar om door de bliksem geraakt te worden.
■
Controleer de omgeving waarin de gras-
maaier gebruikt moet worden nauwkeurig
op wilde dieren. Wilde dieren kunnen tijdens
de werking door de grasmaaier gewond ra-
ken.
■
Controleer de omgeving waarin de gras-
maaier gebruikt moet worden nauwkeurig
en verwijder alle stenen, stokken, draden,
botten en andere vreemde voorwerpen.
Weggeslingerde voorwerpen kunnen per-
soonlijk letsel veroorzaken.
■
Voer vóór het gebruik van de grasmaaier
altijd een visuele controle uit om na te
443687_a
gaan dat messen en de meseenheid niet
versleten of beschadigd zijn. Versleten of
beschadigde delen verhogen het risico voor
letsel.
■
Controleer de grasvangbak regelmatig op
slijtage of beschadiging. Een versleten of
beschadigde grasvangbak kan het risico voor
letsel verhogen.
■
Laat alle veiligheidsvoorzieningen gemon-
teerd. Veiligheidsvoorzieningen moeten
operationeel en volgens voorschrift ge-
monteerd zijn. Een veiligheidsvoorziening
die los of beschadigd is of niet goed werkt,
kan persoonlijk letsel veroorzaken.
■
Houd alle ventilatiespleten vrij van vervui-
lingen. Verstopte ventilatiespleten kunnen
oververhitting of brandgevaar veroorzaken.
■
Draag bij het werken met de grasmaaier
altijd slipvaste en beschermende schoe-
nen. Bedien de grasmaaier niet met blote
voeten of met open sandalen. Dat redu-
ceert het gevaar voor letsel aan de voeten
door aanraking met het bewegende mes.
■
Draag bij het werken met de grasmaaier
altijd een lange broek. Onbeschermde huis
verhoogt het gevaar voor letsel door wegge-
slingerde voorwerpen.
■
Gebruik de grasmaaier niet als het gras
nat is. Loop gewoon en ren nooit. Dat re-
duceert het gevaar voor uitglijden en vallen,
wat letsel kan veroorzaken.
■
Gebruik de grasmaaier niet aan erg steile
hellingen. Dat reduceert het gevaar dat u de
controle verliest, uitglijdt of valt, wat letsel
kan veroorzaken.
■
Let bij werkzaamheden aan hellingen al-
tijd op een veilige stand, werk altijd dwars
ten opzichte van de helling, nooit bergop
of bergaf en wees altijd bijzonder voor-
zichtig bij richtingveranderingen. Dat redu-
ceert het gevaar dat u de controle verliest,
uitglijdt of valt, wat letsel kan veroorzaken.
■
Wees bijzonder voorzichtig als u de gras-
maaier achteruit beweegt of naar u toe
trekt. Let altijd op uw omgeving. Dat redu-
ceert het gevaar dat u tijdens de werking
struikelt.
■
Raak de messen en andere gevaarlijke be-
wegende delen niet aan zolang ze nog be-
wegen. Dat reduceert het gevaar voor letsel
door bewegende delen.
41