Werkinstructies
Led
2 leds branden.
1 led brandt.
6.5
Wandhouder (11)
De accu-mulchmaaier kan aan een verticaal vlak
(bijv. muur of plank) aan het inhanggat (11/1) van
de handgreep worden opgehangen.
6.6
Werkstanden (05)
Parkeerstand (ca. 70° - 100°)
WAARSCHUWING! Letsel door omvallen-
de duwboom. Als er in de parkeerstand tegen
de duwboom wordt gestoten (vooral met ge-
plaatste accu), dan kan deze omvallen en leiden
tot ernstig letsel.
■
Laat het apparaat niet zonder toezicht staan.
■
Plaats het apparaat zodanig dat de omvallen-
de duwboom niemand kan verwonden (bijv.
tegen een muur).
De accu-mulchmaaier kan niet worden ingescha-
keld wanneer de duwboom zich in de parkeer-
stand (05/1) bevindt.
Werkgebied (ca. 10° - 70°)
OPMERKING Het apparaat wordt uitgescha-
keld wanneer de duwboom zodanig wordt bewo-
gen dat deze zich buiten het werkgebied bevindt.
De accu-mulchmaaier kan alleen worden inge-
schakeld en gebruikt wanneer de duwboom zich
in het werkgebied (05/2) bevindt.
Transportstand/opslagstand (ca. 0° - 10°)
OPMERKING Als het apparaat tijdens ge-
bruik aan de handgreep wordt opgetild, wordt het
automatisch uitgeschakeld.
De accu-mulchmaaier kan aan de handgreep wor-
den gedragen of vervoerd en hangend opgeborgen
worden. Het apparaat kan in de transportstand/op-
slagstand (05/3) niet worden ingeschakeld.
7 WERKINSTRUCTIES
Volg de veiligheidsinstructies op!
OPMERKING Neem de plaatselijke voor-
schriften in acht, wanneer de grasmaaier gebruikt
mag worden.
■
Let op voorwerpen in het gras en verwijder
ze uit het werkgedeelte.
■
Maai alleen bij goede zicht.
443687_a
Acculaadtoestand
Accu voor 50 % opgeladen.
Accu voor 25 % opgeladen.
■
Maai alleen met scherpe maaimessen.
■
Manoeuvreer het apparaat uitsluitend met
behulp van de duwboom.
■
Beweeg het apparaat alleen stapvoets.
■
Beweeg het apparaat altijd dwars t.o.v. de
helling. Gebruik de grasmaaier niet de helling
op of af en niet aan hellingen van meer dan
10°. Wees bijzonder voorzichtig bij het wijzi-
gen van de werkrichting.
Maaiprestatie resp. werkingstijd van de accu´s
■
De maaiprestaties, d.w.z. het oppervlak dat
kan worden gemaaid, hangt af van de eigen-
schappen van het gazon. Factoren als de
lengte van het gras, de dichtheid van het
gras, de gewenste maaihoogte en een voch-
tig gazon hebben invloed op de maaipresta-
tie.
■
Een optimale bedrijfstijd wordt bereikt als er
vaak wordt gemaaid en het gazon kort ge-
houden wordt.
■
Vaak in- en uitschakelen van de grasmaaier
tijdens het maaien vermindert de maaipresta-
ties evenzeer als niet volledig geladen accu
´s.
■
Voor een optimale maaiprestaties wordt aan-
bevolen het gazon vaak te maaien, een hoge
maaihoogte in te stellen het gras stapvoets te
maaien.
OPMERKING Om de draaitijd te verlengen
kunnen er extra accu´s worden verkregen.
Suggesties voor het maaien
■
Maaihoogte altijd 3–5 cm, niet meer dan de
helft van de grashoogte maaien.
■
Grasmaaier niet overbelasten! Als het motortoe-
rental door lang, zwaar gras merkbaar lager
wordt, de maaihoogte opvoeren en vaker maaien.
■
Wind en zon kunnen het gazon na het maaien
uitdrogen; maai daarom op de late middag.
8 ONDERHOUD EN VERZORGING
WAARSCHUWING! Gevaar voor snijlet-
sel. Gevaar voor snijletsel als gevolg van contact
met scherpe en bewegende delen van het appa-
raat, zoals het snijblad.
■
Schakel voorafgaand aan onderhouds-, ver-
zorgings- en reinigingswerkzaamheden altijd
het apparaat uit. Verwijder de accu.
■
Draag bij onderhouds-, verzorgings- en reini-
gingswerkzaamheden altijd beschermende
handschoenen.
45