B
Gebruik van het toestel
Voedselveiligheid
De stijgende populariteit van kant-enklare maaltijden en andere fragiele voedingsmiddelen
vereist een betere controle over de transport- en bewaartemperatuur van de voedingsmiddelen:
• Bewaar de meest delicate voedingsmiddelen in de koudste zone van het toestel, conform
de voorschriften in deze handleiding (hoofdstuk 'Temperatuurindicator').
• Open de deur niet te vaak.
• Stel de thermostaat zodanig in dat de temperatuur daalt. Die afstelling dient trapsgewijs
te verlopen, zodat de voedingsmiddelen niet bevroren raken.
• Reinig de binnenzijde van de koelkast regelmatig.
Voor de eerste inwerkingstelling zal het display (en ook het controlelampje van de toets)
gedurende 3 seconden volledig oplichten, en daarna zal het toestel in het tussentijdse
programma werken (programma
, bij 4 °C), waarbij het betreffende ledlampje brandt.
D
Temperatuurregeling
Snelle
A
B
C
E
F
D
koeling
• De binnentemperatuur wordt geregeld door middel van de elektronische thermostaat, die
wordt bediend met de knop binnen in het toestel (zie 'beschrijving van het toestel', punt
1
).
• Om de modus of de temperatuur van uw toestel te wijzigen, drukt u op de knop SET. De
koelkast zet zich in de aangeduide modus indien u gedurende 15 seconden op geen enkele
knop drukt.
Snelle
2°C
3°C
4°C
6°C
8°C
koeling
55
NL