met de groep aan de linkerkant. De instelling die voor de
eerste groep is geprogrammeerd, wordt automatisch overge-
dragen naar de volgende. Het is ook mogelijk om elke groep
afzonderlijk te programmeren.
• Vul de hendel met de juiste hoeveelheid gemalen koffie en
plaats deze in de groep.
• Houd knop 5 (afb. 3/pos. 5) 3 seconden ingedrukt om het ap-
paraat in de programmeermodus te zetten. De LED van de
knop knippert en alle andere LED's op het toetsenbord gaan
branden. Het apparaat is klaar voor programmering.
• Druk binnen 5 seconden op de toets van de functie die u wilt
programmeren (afb. 3/pos. 1-4). De LED van de geselecteer-
de knop en knop 5 gaan branden en alle andere gaan uit.
• Druk na het bereiden van de vereiste hoeveelheid koffie op
een van de knoppen (afb. 3/pos. 1-4) om het programmeren
van het drankje te stoppen. De LED van de voorinstellings-
knop gaat uit. De toets LED 5 knippert en de andere LED's
branden.
• Herhaal de bovenstaande stappen voor alle knoppen die u
wilt programmeren.
Modellen 207598, 207642, 207659
Met de automatische modellen kunt u elk deel van het drankje
programmeren.
• Plaats het gemeten gedeelte koffie in de koffiezeef en zet het
portafilter vast in de groep.
• Houd de programmeerknop (afb. 3/pos. 5) 3 seconden inge-
drukt. De LED van toets 4 (afb. 3/pos. 4) begint te knipperen.
Wanneer alle LED's op het toetsenbord gaan branden, kunt u
beginnen met programmeren met het toetsenbord.
• Druk binnen 5 seconden op de portieknop (afb. 3/pos. 1-4) die
u wilt programmeren. Het LED-lampje van de geselecteerde
knop en knop 5 branden terwijl de andere uit zijn.
• Druk na het bereiden van de juiste hoeveelheid koffie op toets
5 om te stoppen met doseren. Het LED-lampje van het gese-
lecteerde gedeelte gaat uit, het LED-lampje van toets 5 be-
gint te knipperen en de andere LED-lampjes gaan branden.
• Herhaal de bovenstaande stappen voor alle knoppen die u
wilt programmeren. Als er binnen 20 seconden geen optie
wordt geselecteerd, klinkt het time-outalarm en verlaat het
apparaat de programmeermodus.
Espressobereiding
Voorlopig
• Plaats een afgemeten portie vers gemalen koffie (6,5-7 g per
espresso) in de zeef.
• Druk de gemalen koffie met de koffiesabotage omlaag om
de gemalen koffie gelijkmatig in het portafilter te verdelen.
• Plaats de voorraad in de groep door deze rechtsom te draaien
in de groepsleuf.
• De voorraad is goed bevestigd wanneer deze in de aansluiting
wordt vergrendeld.
• Plaats een beker (of twee, afhankelijk van het portafilter) on-
der de uitlaat van het portafilter.
Automatisch gedeelte
• Druk op het toetsenbord boven de gebruikte groep op de knop
van het geselecteerde koffiegedeelte - het drankje wordt in
de beker gegoten.
• Het apparaat schakelt de groep automatisch uit na het zetten
van een bepaalde hoeveelheid koffie.
Handmatige portieselectie (methode 1)
• Druk op toets 5 om te beginnen met het zetten van koffie.
• Druk nogmaals op toets 5 om het koffiezetten te stoppen.
Handmatige portieselectie (methode 2)
• Druk op de knop boven de groep om te beginnen met het
brouwen van koffie.
• Om te stoppen met het zetten van koffie, drukt u nogmaals op
de knop boven de groep.
De dikte van de gemalen korrels aanpassen.
• Om een goede espresso te bereiden (ongeveer 30 ml), moet
de gemalen koffie een bepaalde dikte hebben. De doseertijd
is afhankelijk van de dikte van de gemalen bonen en daarom
is de maaldikte belangrijk voor de kwaliteit van de bereide
drank.
• De ideale doseertijd is 18-20 seconden.
• Als de doseertijd langer is dan 20-25 seconden, moet de kof-
fie grover worden gemalen.
• Als de doseertijd minder dan 18 seconden bedraagt, moet de
koffie fijner worden gemalen.
Dosering van heet water
• Om heet water te gieten, draait u de waterklep (afb. 1/pos.
12, afb. 2/pos. 10) boven de kraan rechtsom. Er wordt heet
water uit de kraan gedoseerd. Draai de klep naar links om de
waterstroom uit te schakelen.
Stoomdosering
• Om stoom af te geven, draait u het stoomventiel (afb. 1-2/
pos. 3) boven het mondstuk rechtsom. Er komt dan stoom
uit het mondstuk. Om de stoomafgifte te stoppen, draait u de
stoomklep naar links.
• Voor en na gebruik van de stoomhendel om melk op te schui-
men, opent u de stoomhendel 1-2 seconden om eventuele
onzuiverheden te verwijderen. Reinig het mondstuk na elk
gebruik met een natte doek.
• Vergeet niet om nooit uw handen onder de stoomuitlaat te
leggen!
Reiniging en onderhoud
• AANDACHT! Koppel het apparaat altijd los van de voeding en
koel het af voordat u het opbergt, reinigt en onderhoudt.
• Gebruik geen waterstraal of stoomreiniger voor het reinigen en
duw het apparaat niet onder water, omdat de onderdelen nat
worden en er elektrische schokken kunnen ontstaan.
• Als het apparaat niet schoon wordt gehouden, kan dit een ne-
gatieve invloed hebben op de levensduur van het apparaat en
leiden tot een gevaarlijke situatie.
• Voedselresten moeten regelmatig worden gereinigd en uit het
apparaat worden verwijderd. Als het apparaat niet goed wordt
gereinigd, verkort dit de levensduur en kan dit leiden tot een ge-
vaarlijke situatie tijdens het gebruik.
• Vermijd contact van water met de elektrische componenten.
• Dompel het apparaat nooit onder in water of andere vloeistoffen.
NL
17