(vooral bedoeld voor epileptica)
• Het product is uitsluitend bedoeld voor decoratieve doeleinden en niet geschikt als verlichting
van de huiskamer.
• Als de externe flexibele kabel of het snoer van deze armatuur beschadigd is, wordt deze uitslui-
tend vervangen door de fabrikant of zijn onderhoudsvertegenwoordiger of een soortgelijk gekwa-
lificeerd persoon om gevaar te voorkomen.
• Beschadigde lenzen, behuizing of uv-filter onmiddellijk vervangen.
• Houd er rekening mee dat de lamp van dit apparaat niet kan worden vervangen. Als de lamp de-
fect is, moet het apparaat worden weggegooid
Ontkoppeling van het net
Houd er rekening mee dat het apparaat GEEN AAN/UIT-schakelaar heeft. Koppel het apparaat los
om de stroom van de interne circuits volledig te verwijderen voordat u het schoonmaakt of onder-
houd pleegt. Daarom moet de ontkoppelingsinrichting gemakkelijk toegankelijk blijven.
INSTALLATIE
• De unit kan in iedere positie geïnstalleerd worden mits voor voldoende koeling gezorgd is.
• Het is belangrijk nooit de ventilator of de koelingsopeningen te verstoppen. Bij de keuze van d
'installatie plaats denk eraan dat de plaats gemakkelijk bereikbaar is voor onderhoud en reini-
gingsdoeleinden. Gebruik altijd veiligheidskabels. Bescherm het toestel tegen regen, vochtigheid
en extreme temperatuurveranderingen. Kies een plaats met voldoende ventilatie.
• Bevestig het toestel via de schroef gaten op de houder. Wees zeker dat het toestel vast geïnstal-
leerd is om trillingen en afglijden tijdens de werking te vermijden. Wees zeker dat de truss waar-
aan u het toestel bevestigd, stabiel is en 10 keer het gewicht van het toestel kan dragen. Tijdens
de montage, gebruik altijd een veiligheidskabel dat 12 keer het gewicht kan dragen.
• Het toestel moet van een vakman op een plaats monteert worden waar het buiten het bereik van
mensen is en niemand onder kan staan.
AANSLUITING VAN SIGNAAL- EN VOEDINGSKABEL
1. Aansluiting van de voedingskabel
Gebruik de meegeleverde kabel om het
toestel aan het lichtnet aan te sluiten.
Controleer dat de spanning van uw lichtnet
met de ingangsspanning van het toestel
overeenkomt. Het toestel benodigd een
aansluitspanning van 100-240V~ 50/60Hz
wisselspanning. Elk toestel moet geschei-
den aan en uit geschakeld worden.
2. Aansluiting van de signaalkabel
Gebruik een 3-pin XLR kabel om de uit-
gangsconnector van de DMX controller op de ingang van het lichteffect aan te sluiten. Sluit de
DMX OUT connector van het lichteffect op de IN connector van het volgende apparaat aan, enz.
tot het laatste toestel.
De kabel tussen de uitgang van de DMX controller en de ingang van de eerste lichteffect word
meegeleverd. De doorsnede van de kabel moet tenminste 0,5mm bedragen. Gebruik kabel met
individuele afscherming van iedere ader.
Een DMX signaal afsluitweerstand moet aan de uitgang van het laatste toestel aangesloten wor-
den. Een afsluitweerstand is een XLR connector met een 120 ohm weerstand tussen pin 2 et 3.
BEDIENING
D.m.v. de MENU knop een van volgende functies kiezen: MODE, SET, DMX,
REST, TEST und TEMP
Op ENTER drukken om in de gekozen functie te gaan.
D.m.v. de UP en DOWN toetsen de functie instellen en met ENTER bevesti-
DMX IN
POWER IN
2
Signal (-)
Signal (+)
DMX512 OUT
www.afx-light.com
Signal (-)
Signal (+)
1
12
Ground
3
3
120
DMX512 IN
8.8.8.8.
MENU
UP
DOWN
ENTER
17
17
NL
EN