V2 EASY2 230V Manual Del Usuario página 50

3. Standaardwerking (Dip 1 OFF / Dip 2 OFF)
De volgende opties zijn mogelijk:
Werking Up-Down (Dip 3 On)
Start1 bedient de opening (opent-stop-opent-stop)
Start2 bedient de sluiting (sluit-stop-sluit-stop)
Werking Start-Stop (Dip 3 Off)
Start1 bedient de opening en de sluiting (opent-stop-sluit-stop)
Start2 is uitgeschakeld.
Automatische sluiting (Dip 4 On)
Schakelt de sluiting in na het verstrijken van de pauzetijd
Werking voor gemeenschappelijke eigenaars (Dip 5 On)
De impulsen voor de opening worden genegeerd als het rolluik al
bezig is open te gaan
Werking met omkering (Dip 6 On)
Als de werking Start-Stop actief is, zal Start1 tijdens de opening
en de sluiting de beweging van het rolluik omkeren in plaats van
deze te stoppen
Dip1 OFF Functie Hold to run uitgeschakeld
Dip2 OFF Klokfunctie uitgeschakeld
Gescheiden bedieningsorganen: Start1 opent,
ON
Start2 sluit (up-down)
Dip3
Verenigde bedieningsorganen: Start1 opent en
OFF
sluit (start-stop)
ON Automatische sluiting ingeschakeld
Dip4
OFF Automatische sluiting uitgeschakeld
Start1 genegeerd bij opening (logica voor
ON
gemeenschappelijke eigenaars)
Dip5
OFF
Start1 geaccepteerd bij opening
ON Logica "met omkering" Wordt alleen op
Dip6
OFF
Stap-voor-stap-logica
Sluit de kabels van het apparaat dat de ingang Start1 bestuurt
aan tussen klemmen L3 en L8 van de centrale.
Sluit de kabels van het apparaat dat de ingang Start2 bestuurt
aan tussen klemmen L4 en L8 van de centrale
STOP
De STOP-ingang is gereed gemaakt voor apparaten met een
normaal gesloten contact.
De STOP-impuls veroorzaakt de onmiddellijke blokkering van het
rolluik.
Als de STOP-impuls gegeven wordt tijdens de opening of tijdens
de pauze, zal er vervolgens geen automatische sluiting
plaatsvinden.
Sluit de kabels van het apparaat dat stopingang1 bestuurt aan
tussen klemmen L5 en L8 van de centrale.
de ingang Start1
toegepast als deze in
gesteld is voor de
werking Start-Stop
- 48 -
INPLUGBARE ONTVANGER
De stuurcentrale EASY2 is gereed gemaakt voor inpluggen van
een ontvanger van de serie MR met een super heterodyne
architectuur met hoge gevoeligheid.
m
LET OP: Voordat u de MR ontvanger inplugt schakelt
u eerst de voeding naar de stuurcentrale uit. Let bijzonder
goed op de richting van aansluiting van de uittrekbare
modules.
De ontvangstmodule MR heeft 4 beschikbare kanalen en aan elk
daarvan is een instructie van de stuurcentrale EASY2 toegekend:
g
• KANAAL 1 START 1
g
• KANAAL 2 START 2
g
• KANAAL 3 STOP
g
• KANAAL 4 SERVICELICHT
De werklogica van de kanalen 1 en 2 is hetzelfde als die, die op
de klemmenstrook voor de ingangen START1 en START2
ingesteld is.
m
LET OP: Voor de programmering van de 4 kanalen
en van de werklogica moeten de instructies die bij de
ontvanger MR gevoegd zijn met aandacht gelezen worden.
EXTERNE ANTENNE
Het wordt geadviseerd gebruik te maken van de externe antenne
model 433 Mhz ter garantie van het maximale radiobereik.
Sluit de kern van de antenne aan op klem L1 van de stuurcentrale
en de mantel op klem L2.
SIGNALERING VAN STORINGEN
Aan het begin van iedere werkcyclus verricht de centrale de
werkingstest van het stuurcircuit van de motor (triac).
Bovendien verricht het ook, indien ingeschakeld met de speciale
dip switches, de test van de ingangen voor fotocel en lijst. In geval
van een storing gaat de cyclus niet van start
De signaleringen vinden plaats met het knipperlicht:
• knipperen met een duur van circa 4 seconden: storing van de
triac (of afgesloten motor)
• knipperen met een duur van circa 8 seconden: storing van de
fotocel of van de lijst
PROGRAMMERING VAN DE
WERKLOGICA
Het is mogelijk om verschillende werklogica's van de stuurcentrale
te verkrijgen door eenvoudig in te grijpen op de dip-switches die
op de kaart aanwezig zijn.
Hierna worden de functies beschreven die aan iedere dipswitch
toegekend zijn