NL
6.2
DE STAND VAN DE VOETPLAAT VERANDEREN:
•
Verwijder de accu. Zie afbeelding 2.
WAARSCHUWING:
Wanneer u de accu niet verwijdert, kan de zaag ongewild in werking treden wat ernstig lichamelijk letsel kan
veroorzaken.
•
Draai de stelschroef op de behuizing los met behulp van de bij de zaag geleverde inbussleutel. Zie afbeelding 5.
•
Zet de voetplaat in de gewenste stand.
•
Draai de stelschroef vast. Draai de schroef niet te vast en gebruik behalve de inbussleutel geen extra gereedschap.
•
Verwijder de inbussleutel en berg hem op in het hiervoor bestemde vakje.
Afb. 5
A. KANTELEN
B. VOETPLAAT
C. STELSCHROEF
D. INBUSSLEUTEL
6.3
ZAGEN
Zie afbeelding 6.
Houd de zaag stevig vast en houd hem op een veilige afstand voor u uit. Let op dat het zaagblad nergens tegenaan komt.
Zorg dat het werkstuk goed vastgeklemd is. Kleine werkstukken moeten met een bankschroef of klemmen op de werkbank
of de werktafel worden vastgeklemd. Teken de lijn waarlangs u wilt zagen duidelijk zichtbaar af. Druk de blokkeerknop in
en druk op de AAN/UIT-schakelaar om de zaag in werking te stellen. Plaats de voetplaat tegen het werkstuk en breng het
zaagblad omlaag op het werkstuk dat u wilt zagen. Forceer nooit. Oefen net genoeg druk uit op de zaag om te zorgen dat
deze regelmatig blijft zagen. Laat het zaagblad en de zaag al het werk doen. Als u te hard drukt kan het zaagblad buigen
of verdraaien, waardoor het kan breken.
6.4
GEBRUIK ALS STEEKZAAG
Zie afbeelding 7.
Teken de lijn waarlangs u wilt zagen duidelijk zichtbaar af. Kies een praktisch beginpunt op de zaaglijn en houd de punt
van het zaagblad boven dit punt. Steun de onderrand van de voetplaat op het werkstuk en houd de zaag in deze stand
stevig vast. Druk de blokkeerknop in en druk op de AAN/UIT-schakelaar om de zaag in werking te stellen.
WAARSCHUWING:
Zorg dat het zaagblad het werkstuk niet raakt voordat de motor zijn maximale toerental heeft bereikt; anders kunt
u de controle over de machine verliezen, wat ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Wanneer het zaagblad zijn maximale snelheid heeft bereikt, kantelt u de zaag langzaam omlaag totdat de punt van het
zaagblad in het werkstuk valt. Nadat het zaagblad in het werkstuk is gedrongen, kantelt u de zaag nog verder totdat deze
haaks op het werkstuk staat.
6.5
GEBRUIK ALS METAALZAAG
Zie afbeelding 8.
Uw zaag is geschikt voor het zagen van plaatstaal, pijpen en stangen van staal, aluminium, messing en koper. Let op dat u
het zaagblad niet buigt of verdraait. Forceer nooit. Wij raden aan om snijolie te gebruiken voor het zagen van de meeste
zachte metalen en voor staal. De snijolie koelt het zaagblad, versoepelt het zagen en verlengt de levensduur van het zaagblad.
Gebruik nooit benzine, want door de motor geproduceerde vonken kunnen de dampen doen ontvlammen. Klem het
werkstuk stevig vast met behulp van een schroefklem, en zaag vlakbij het punt waar het werkstuk is vastgeklemd, om
trillingen te voorkomen. Wanneer u pijpen of hoekijzers zaagt, bevestig het werkstuk dan indien mogelijk in een bankschroef
en zaag vlakbij de bankschroef. Om plaatmateriaal te zagen, klemt u de metalen plaat tussen twee platen hardboard of
triplex en zet het geheel vast, om trillen of scheuren van het metaal te voorkomen.
48