Opnamefuncties
Lens
Zoomring
Schakelaar
zoomvergrendeling
Scherpstelring
Bedieningspaneel
Aanpassingen met de lens
Welke bedieningshandelingen en
bedieningsmethoden beschikbaar zijn is
afhankelijk van de lens die op het toestel zit. De
volgende bedieningshandelingen zijn beschikbaar
met de lens die bij uw camcorder is geleverd.
Zoomring
Draai de zoomring naar links of naar rechts en
besluit hoe groot het onderwerp in beeld moet
komen. U moet in- of uitzoomen voordat u
scherpstelt.
Opmerking
• Pak de lenscilinder wanneer deze bij het uitzoomen naar
buiten komt, niet vast en oefen er geen stevige kracht op uit.
Hierdoor zou de lens beschadigd kunnen raken.
Scherpstelring
In de stand voor het handmatig scherpstellen
draait u de scherpstelring naar links of naar rechts
zodat het onderwerp scherp wordt.
Schakelaar zoomvergrendeling
Deze schakelaar voorkomt dat de lenscilinder
uitschuift door zijn eigen gewicht, wanneer de lens
wordt vervoerd, enz. Draai de zoom-ring terug naar
de W-zijde en vergrendel de schakelaar door deze
naar V te schuiven. U ontgrendelt de schakelaar
weer door deze terug te zetten in de
oorspronkelijke positie.
Instellingen met behulp van het
bedieningspaneel
In het menu kunt u diverse functies instellen.
Functies die u vaak zult gebruiken, zijn aan de
volgende knoppen toegewezen.
MENU
Deze knop brengt het menu op het scherm. In het
menu kunt u de instellingen van de camcorder
wijzigen en diverse functies gebruiken. Zie
bladzijde 43 voor de menulijst.
Vervolg
25
NL