Acrylamide in levensmiddelen
Acrylamide ontstaat vooral bij met hoge verhitting
klaargemaakte graan- en aardappelproducten, zoals
bijv. aardappelchips, frites, toast, broodjes, brood of fijne
bakwaren (koekjes, taaitaai, speculaas).
Tips voor een acrylamidearme bereiding van gerechten
Algemeen
Bakken
Koekjes
Oven-frites
Tips
Hier vindt u vele tips over vormen en de bereiding.
Aanwijzingen
Maak gebruik van de meegeleverde toebehoren. Bij de
■
klantenservice of in speciaalzaken kunt u toebehoren of extra
toebehoren kopen.
Verwijder voor het gebruik alle toebehoren en vormen die u
niet nodig heeft uit de binnenruimte.
Gebruik altijd een pannenlap wanneer u hete toebehoren of
■
servies uit de binnenruimte neemt.
Tips voor het bakken
Zo stelt u vast of de cake goed door-
bakken is.
Het gebak zakt in.
Het gebak is in het midden hoog gere-
zen en lager bij de randen.
Het gebak wordt te donker aan de
bovenkant.
Het gebak is te droog.
Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart)
ziet er goed uit, maar is van binnen klef
(zacht, doortrokken met waterstrepen)
Het gebak is ongelijkmatig bruin gewor-
den.
Het vruchtengebak is te licht aan de
onderkant.
Het sap van de vruchten stroomt over.
Klein gebak van gistdeeg plakt bij het
bakken aan elkaar.
Bij het bakken van vochtig gebak ont-
staat er condenswater.
Zo kort mogelijke bereidingstijden aanhouden.
■
Gerechten goudgeel, niet te donker laten worden.
■
Grote, dikke gerechten bevatten minder acrylamide.
■
Met boven- en onderwarmte, max. 200 °C.
Met 3D-hetelucht of hetelucht max. 180 °C.
Met boven- en onderwarmte, max. 190 °C.
Met 3D-hetelucht of hetelucht max. 170 °C.
Ei of eigeel vermindert de vorming van acrylamide.
Gelijkmatig en in één laag over de plaat verdelen. Minstens 400 g per plaat bakken,
zodat de frites niet uitdrogen.
Prik ca. 10 minuten voor het einde van de in het recept vermelde baktijd met een stokje
in het hoogste punt van het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het
gebak klaar.
Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager
in. Houd rekening met de omroertijden in het recept.
De rand van de springvorm niet invetten. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig
los met een mes.
Plaats het verder naar binnen, kies een lagere temperatuur en bak het iets langer.
Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens druppelt u
er vruchtensap of alcohol over. Stel de temperatuur de volgende keer 10 graden hoger
in en houd kortere baktijden aan.
Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij een wat lagere tem-
peratuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi
het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag erop. Houd u aan de recep-
ten en baktijden.
Kies een wat lagere temperatuur, dan wordt het gebak gelijkmatiger bruin. Bakpapier dat
uitsteekt kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het
goed op de plaat past.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager.
Gebruik, indien beschikbaar, de volgende keer de diepere braadslede.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2 cm te zijn. Zo is er voldoende
plaats en kan het gebak goed rijzen en helemaal bruin worden.
Bij het bakken kan waterdamp ontstaan. Deze komt vrij via de deur. De waterdamp kan
neerslaan op het bedieningspaneel of op het meubilair en als condens neerdruppelen.
Dit is normaal.
Bakken
Bakvormen
Gebruik vooral lichte bakvormen en -platen.
■
Zet de bakvormen altijd in het midden van het bak- en
■
braadrooster.
67