ONDERHOUD
6. ONDERHOUD
LET OP!
!
aanwijzingen voordat u reinigings-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan
de machine verricht. Trek hierbij geschikte kleding en werkhandschoenen aan.
BELANGRIJK
nooit achteloos weg. Deze zijn namelijk schadelijk
voor het milieu!
T
OEGANG TOT DE MECHANISCHE DELEN
Om de motor en de mechanische delen te bereiken
moet u de motorkap (1) openen.
Ga als volgt te werk:
– plaats de machine op een vlakke bodem, zet het
maaidek in de hoogste stand en breng steunblokken
(2) met een dikte van 65-70 mm aan onder de rand,
om het maaidek gedurende de volgende handelin-
gen te steunen;
➤
Bij modellen met mechanische aandrijving:
– zet de machine op de handrem;
➤
Bij modellen met hydrostatische aandrijving:
– zet de koppelingshendel op stand INGESCHA-
KELD (zie hoofdstuk 4, nr.23); omdat de hendel
van de snelheidsregelaar niet voldoende beweeg-
baar is wanneer de machine op de handrem
staat;
– verwijder de opvangbak of de steenbeschermkap;
– draai de knop van de hendel (3) los en zet de hendel
in de vrije stand «N» (
statische aandrijving), of op «R» (
met hydrostatische aandrijving);
– open het toegangsdeurtje (4) en draai de bevestigingsmoer (5) los met een sleutel van
13 mm;
– plaats de hendel (6) zodat het maaidek op de steunblokken rust en houd de hendel
Haal het sleuteltje uit het contact en lees de desbetreffende
Gooi afgewerkte olie en oude benzine of andere vervuilende stoffen
➤
Bij modellen met hydro-
➤
Bij modellen
1
3
2
7
10
8
NEE 29
4
6
5
6