VOOR GEBRUIK (BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN)
[Instelling MIDI kanaal (CH SET)]
Als deze toets ingedrukt wordt gehouden terwijl de MIDI
functie is ingesteld op [TRANSMIT] of [RECEIVE], zal de MIDI
indicator knipperen en is de MIDI instelfunctie geactiveerd.
9 BYPASS toets en indicator
Wanneer deze toets in de ON stand staat, worden de
audiosignalen die in de ingang worden ingevoerd recht-
streeks doorgevoerd naar de uitgangen, zonder door de
elektrische circuits van de effector te gaan.
Wanneer de audio-ingang en -uitgang op deze manier
rechtstreeks worden aangesloten, knippert de indicator.
10 EFFECT OUT LEV. regelaar
Wanneer de effecten zijn ingeschakeld, kunt u met deze
regelaar het uitgangsniveau van de effecten regelen. Het
instelbereik loopt van –∞ t/m +6 dB.
Beat Effect gedeelte
11 BPM COUNTER display
Op dit display wordt het aantal beats-per-minuut (BPM)
van de ingangsbron of van de TAP invoer afgebeeld. De
indicator knippert tijdens het automatisch berekenen van
de BPM. Nadat de effector de eerste maal is ingeschakeld,
zal [120 BPM] op de teller knipperen.
12 EFFECT TIME display
Hier wordt de werkelijke effect-tijd afgebeeld. Nadat de
effector voor het eerst is ingeschakeld, wordt de
standaardinstelling [500 mSec] afgebeeld.
13 BPM maatslag-meetfunctiedisplay
(AUTO, MIDI, TAP)
Deze geeft de BPM maatslag-meetfunctie aan.
14 MIDI indicator
Deze indicator licht op tijdens de verwerking van MIDI data.
15 RHYTHM TAP display
Deze geeft de invoer van de tik-telling in de ritmestand aan.
16 Beat-effect-keuzetoetsen en -indicators
(DELAY, ECHO, PITCH ECHO, TRANS, FLANGER,
FILTER, PHASER).
Druk op deze toetsen om het beat-effect te kiezen. Alle
toetsen lichten op en de toets van het gekozen beat-effect
knippert.
Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, gaat DELAY
knipperen.
17 BEAT EFFECTS indicator
Deze indicator licht op wanneer de BEAT EFFECTS
schakelaar in de ON stand staat.
18 BEAT EFFECTS schakelaar (OFF/ON/ON-LOCK)
Trek de schakelaar naar u toe [ON] om beat-effectgeluid uit
te voeren.
In de middenstand [OFF] zijn de beat-effecten uitge-
schakeld. Duw de schakelaar van u af om deze te
vergrendelen in de [ON/LOCK] stand (effecten zijn
voortdurend ingeschakeld). Wanneer de schakelaar in de
[ON] stand is getrokken, worden de beat-effecten alleen
uitgevoerd zolang de schakelaar wordt vastgehouden. Als
u de schakelaar loslaat, keert deze terug naar de
middenstand [OFF].
120
<DRB1368>
19 EFFECT FREQUENCY keuzetoetsen (LOW/MID/HI)
Gebruik deze toetsen om het frequentiebereik te kiezen van
het geluid waarop de beat-effecten moeten worden
toegepast. De toets van de gekozen band licht op.
Wanneer de effector voor het eerst wordt ingeschakeld,
worden alle drie frequentiebereiken, LOW, MID en HI,
tegelijk gekozen. Wanneer alle drie toetsen UIT zijn, wordt
geen beat-effect toegepast op het geluid.
20 Beat-keuzetoetsen en indicators
(1/8, 1/4, 1/2, 3/4, 1/1, 2/1, 4/1, 8/1)
[In de BPM functie]
Als een BPM automatisch gemeten wordt of handmatig
wordt ingevoerd, zal de beat-keuzetoets [1/1] de standaard-
instelling zijn. Het effect wordt automatisch gesynchro-
niseerd met de BPM en de overeenkomstige effect-tijd
wordt afgebeeld.
Als er dan een beat-keuzetoets wordt ingedrukt, zal het effect
opnieuw gesynchroniseerd worden met het overeenkomstige
meervoud van de BPM (1/8, 1/4, 1/2, 3/4 enz.), zodat één-toets
wijziging van het BPM synchronisatie-meervoud mogelijk is.
De gekozen beat-keuzetoets zal oplichten om aan te geven
met welk meervoud van de feitelijke BPM het effect
gesynchroniseerd is, evenals het meervoud van de
tijdparameter.
[In de RHYTHM functie]
Nadat het ritme dat is ingevoerd met de TAP toets is
vastgesteld, wordt [1/1] automatisch gekozen en kan een
meervoud van het ritme met de beat-keuzetoetsen worden
ingesteld.
21 Beat-intervalindicators voor beat-effect
Deze indicators geven de tijdsduur van het beat-effect aan.
22 TIME/BPM regelaar voor beat-effect
Draai deze regelaar om de effect-tijd gekozen met de beat-
keuzetoetsen naar wens te veranderen.
Als de regelaar wordt gedraaid terwijl op de TAP toets
wordt gedrukt, kan de BPM naar wens worden ingesteld
(handmatige BPM invoer).
23 BPM MODE toets en indicator
Gebruik deze toets om de BPM functie in te schakelen en
om de tempo-meetfunctie te kiezen (AUTO/MIDI/TAP). In
de BPM functie licht de toets op.
Als in de BPM functie op de TAP toets wordt gedrukt
(getikt), verandert de functie in de handmatige BPM-
meetfunctie.
Nadat de effector voor het eerst is ingeschakeld, wordt de
standaardinstelling, de automatische BPM meetfunctie,
gebruikt.
24 TAP/SHIFT toets en indicator
[In de BPM functie]
Wanneer op deze toets wordt getikt, wordt de handmatige
BPM meetfunctie gekozen, en wordt het interval tussen
twee tikken gemeten (het maximale interval is 2 seconden).
De overeenkomstige EFFECT TIME en BPM telling wordt
afgebeeld en de beat-keuzetoets [1/1] wordt gekozen.
Als de TIME/BPM regelaar wordt gedraaid terwijl op deze
toets wordt gedrukt, kan de BPM worden ingesteld op
iedere gewenste waarde (handmatige BPM invoer).
www.audiovias.com