4
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Installeer de installatie in overeenstemming met het laagspanningsreglement en de geldende normen.
Gebruik kabels met voldoende doorsnede, en sluit altijd de aardleiding aan.
Consulteer de instructies van de fabrikant bij het installeren van alle elementen.
O
Deze actuators hebben condensatoren nodig voor de werking.
O
De voedingsspanning van de actuators en het bedieningspaneel moeten overeenkomen met de
netspanning (230VAC-50Hz voor VIVO-M203; 125VAC-60Hz voor VIVO-M203M).
Remaansluiting
Als de actuator beschikt over remmen die intern zijn verbonden met de motor (bijvoorbeeld
actuators ORION), dan hoeft u de remmen niet aan te sluiten, maar moet de zachte stop
worden geannuleerd (selecteer CA00).
Als uw actuator beschikt over een rem met onafhankelijke verbinding (bijv, actuators CICLON
of MAGIC), dan moet de EPS1-kaart worden gebruikt, zoals weergegeven in dit schema, en
de parameter Ab01geselecteerd worden.
FR1
FR2
Het
is
mogelijk
programmeringstabel"Programmering van de geavanceerde functies (D1= "A")" op
pagina 175.
M203: 230V/50Hz
COM
F1
L1
L2
de
EPS1-kaart
te
DL1: LED rood, activering van FR1
DL2: LED groen, activering van FR2
EPS1
gebruiken
voor
andere
INSTALLATIE
P241Z5
functies;
zie
Bedieningspaneel VIVO-M203(M)
161