ALGEMENE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
1
SYMBOLEN GEBRUIKT IN DEZE HANDLEIDING
In deze handleiding word gebruik gemaakt van
symbolen om bepaalde teksten te benadrukken. De
functies van elk symbool worden hieronder toegelicht:
Beveiligingswaarschuwingen die niet worden
nageleefd kunnen leiden tot ongevallen of
letsels.
2
HET BELANG VAN DEZE HANDLEIDING
Lees vóór de installatie deze handleiding en
volg alle indicaties. Anders kan de installatie
mogelijk
gebrekkig
ongevallen en schade.
3
BEOOGD GEBRUIK
Dit toestel is ontworpen om geïnstalleerd te worden als
onderdeel van een systeem voor het automatisch
openen en sluiten van deuren en poorten.
Dit apparaat is niet geschikt voor installatie in
brandbare of explosieve omgevingen.
4
KWALIFICATIE VAN DE INSTALLATEUR
De installatie moet worden uitgevoerd door een professionele installateur, die aan de volgende
vereisten voldoet:
• Deze moet mechanische montages kunnen
uitvoeren
bevestigingssystemen kunnen kiezen en
implementeren
montageoppervlak (metaal, hout, steen,
etc.) en het gewicht en de kracht van het
mechanisme.
De installatie moet worden uitgevoerd conform de normen EN 13241-1 en EN 12453.
5
VEILIGHEIDSELEMENTEN VAN DE AUTOMATISERING
D i t a p p a r a a t v o l d o e t a a n a l l e g e l d e n d e
veiligheidsnormen. Het complete systeem bestaat naast
het bedieningspaneel dat wordt behandeld in deze
instructies, ook uit andere elementen die afzonderlijk
moeten worden aangeschaft.
De veiligheid van de gehele installatie hangt af van
alle geïnstalleerde elementen. Installeer enkel
Erreka-componenten voor meer garantie op goede
prestaties.
152
Installatiehandleiding
zijn
en
leiden
van
deuren
en
poorten,
overeenkomstig
Procedures of werkvolgordes.
Belangrijke
gerespecteerd voor de juiste installatie en bediening.
Aanvullende informatie om de installateur te
helpen.
}
Informatie met betrekking tot het milieu.
Ook biedt deze handleiding waardevolle informatie
om u te helpen de installatie sneller uit te voeren.
tot
Deze handleiding is een onderdeel van het product.
Bewaar deze voor toekomstig gebruik.
Elke installatie of elk gebruik dat anders is dan
in deze handleiding beschreven wordt, wordt
beschouwd als ongeschikt en dus gevaarlijk, en
kan leiden tot ongelukken en storingen.
De installateur is verantwoordelijk voor de
installatie volgens de beoogde toepassing.
• Deze moet ook in staat zijn om eenvoudige
elektrische installaties uit te voeren in
overeenstemming met het reglement voor
het
laagspanning en de geldende normen.
Volg de instructies voor alle elementen die
worden gemonteerd in de installatie.
We bevelen aan om veiligheidselementen te
installeren.
Voor meer informatie, zie "Fig. 1 Elementen van de
complete installatie" op pagina 153.
details
die
moeten
worden