N-LED
Down-slope.
Dit
is
de
minimumwaarde bereikt en de boog uitgeschakeld wordt (0-10
seconden).
O-LED
Postgas. Past de tijd van het beschermgas aan op het einde
van het lassen (0-30 secondes).
P – Knop
Past de lasstroom aan.-G-LED
Daarenboven, in combinatie met de I-drukknop, kunt u:
- de "up-slope" regelen H
- de pulserende tussenstroom F regelen
- de puls-frequentie L regelen
- het tweede stroomniveau M regelen
- de "slope-down" N regelen
- het nagas O regelen
R-LED – Blokkeerfunctie van het lastoestel (zie
2.3.2).
S-LED – Thermische bescherming.
Licht op als de gebruiker de inschakeltijd of het toegelaten
percentage van de tussenpozen overschrijdt en tezelfdertijd
stopt de lasstroom.
N.B. In deze omstandigheden koelt de ventilator de
stroombron verder af.
Q – Scherm
Het scherm toont de lasstroom en de instellingen die via de I-
drukknop geselecteerd werden en via de P-knop aangepast
werden.
W – De schakelaar voor programma's in het
geheugen.
Selecteert en slaat de programma's op in het geheugen.
Het lastoestel kan negen lasprogramma's P01.....P09 bewaren
en ze via deze knop oproepen. Een werkprogramma PL is ook
beschikbaar.
Selecteren
Wanneer deze drukknop kort ingedrukt wordt, toont het Q-
scherm het programmanummer naast het programma dat in
gebruik is. Als dit niet opgeslagen werd, zal het bericht
flikkeren, zoniet blijft het gewoon op je scherm staan Opslaan
Van zodra het programma geselecteerd is, houdt u de
schakelaar gedurende meer dan 3 seconden ingedrukt om de
gegevens in het geheugen op te slaan. Om dit te bevestigen,
zal het programmanummer op het Q-scherm niet meer
oplichten.
Y – 10-PINNIGE CONNECTOR.
De volgende afstandsbedieningen kunnen op deze connector
aangesloten worden.
a) voetpedaal
b) toorts met startknop
tijd
waarin
de
stroom
c) toorts met potentiometer
d) toorts met up-down-functie
e) afstandsbediening.
zijn
X – ¼ gasaansluiting
Dit is waar de gasslang van de TIG-toorts op aangesloten
moet worden
A1
Negatieve uitganspoort (-)
Altijd toepassen bij TIG-lassen
A2
Positieve uitgangspoort (+)
A3 – knop
het lastoestel in -en uitschakelen
A4 – binnenkomende gasaansluiting
A5 – netspanningkabel
3.3. ALGEMENE OPMERKINGEN
Voordat u dit lastoestel gebruikt, leest u zorgvuldig de
normen CEI 26/9 - CENELEC HD 407 en CEI 26,11 -
CENELEC HD 433. Zorg er ook voor dat de isolatie van de
kabels, elektrodeklemmen, contactdozen en de stekkers
intact is, en dat de grootte en de lengte van de laskabels die
gebruikt worden aangepast zijn aan de stroom waarmee
gewerkt wordt.
3.4 MMA-LASSEN (elektrodelassen)
Dit lastoestel is geschikt voor alle soorten elektroden, met
uitzondering van cellulose-elektroden (AWS 6010) *. - Zorg
ervoor dat de schakelaar A3 in stand 0 staat, verbindt
vervolgens de laskabels, rekening houdende met de
polariteit die door de fabrikant van de elektroden vereist
wordt; verbindt ook de klem van de massakabel met het
werkstuk, zo dicht mogelijk bij de las, en zorg ervoor dat er
goed elektrisch contact is.
- Raak de lastoorts niet gelijktijdig met de massakabel aan
-Schakel het toestel in met de knop A3.
- Selecteer de procedure MMA door op de knop C te
drukken: LED A licht op.
- Pas de stroom aan rekening houdende met de diameter
van de elektrode, de lasstand en het type lasverbinding dat
gemaakt moet worden.
- Na het lassen moet u steeds het lastoestel
uitschakelen en de elektrode verwijderen uit de
lastoorts.
3.5 TIG-LASSEN
Dit lastoestel is geschikt om roestvrij staal, ijzer, of koper te
lassen met de TIG-procedure. Verbindt de schakelaar van
de massakabel met de positieve pool (+) van het lastoestel,
en verbindt de klem van de massakabel met het werkstuk zo
dicht mogelijk tegen het laspunt, en zorg ervoor dat er goed
29