7. Elektrische aansluitingen
Binnenunit aansluiting
1 2
Buitenunit aansluiting
Fig. 7-4
Fig. 7-5
Aarddraad (groen/geel)
Verbindingskabel binnen-
en buitenunit
3-aderige 1,5 mm
of meer
2
L N
Voedingskabel
A Draadloze afstandsbediening (accessoire)
B Wand
C Houder voor afstandsbediening (acces-
soire)
D Bevestigingsschroef (accessoire)
• Leg de bedrading aan zoals aangegeven in het diagram links onderaan. (Schaf de
kabel ter plaatse aan) (Fig. 7-4)
Zorg dat er alleen kabels van de juiste polariteit worden gebruikt.
1 Aansluitkabel
Kabel, 3-aderig, 1,5 mm
, volgens ontwerp 245 IEC 57.
2
2 Aansluitblok voor binnenunit
3 Aansluitblok voor buitenunit
4 Sluit altijd een aardingsdraad aan (1-aderig, 1,5 mm
5 Kabel voor afstandsbediening (niet-gepolariseerd)
Kabel, 2-aderig, 0,3 mm
2
De afstandsbediening is voorzien van een kabel van 10 m. Max. 500 m
6 Afstandsbediening med draad
7 Voedingskabel
Voorzichtig:
• Zorg dat de kabels goed worden aangesloten.
• Draai de aansluitblokschroeven stevig vast om te voorkomen dat deze lostril-
len.
• Trek na het aandraaien van de schroeven zachtjes aan de kabels om zeker te
zijn dat deze niet kunnen schuiven.
• De afstandsbedieningskabel moet op een zekere afstand (5 cm of meer)
worden gehouden van de voedingskabel zodat de afstandsbedieningskabel
niet wordt beïnvloed door de elektrische ruis van de voedingskabel.
7.3. Afstandsbediening
7.3.1. Draadloze afstandsbediening (Fig. 7-5)
1) Omgeving van de installatie
• Omgeving waar de afstandsbediening niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
• Omgeving waar geen warmtebron is.
• Omgeving waar de afstandsbediening niet wordt blootgesteld aan koude (of warme)
wind.
• Omgeving waarin de afstandsbediening eenvoudig kan worden bediend.
• Omgeving waarin de afstandsbediening buiten het bereik van kinderen is.
2) Installatiemethode
1 Bevestig de houder voor de afstandsbediening op de gewenste plaats door middel
van de twee zelftappende schroeven.
2 Plaats het onderste gedeelte van de afstandsbediening in de houder.
• Het signaal heeft een bereik van ongeveer 7 meter (in een rechte lijn), binnen een
hoek van 45 graden naar rechts of links van de middellijn van de ontvanger.
Bovendien kan het signaal niet worden ontvangen als dit wordt gestoord door tl-
verlichting of sterk zonlicht.
7.3.2. Afstandsbediening med draad
1) Montageprocedure
Raadpleeg installatiehandleiding van de afstandsbediening voor meer informatie.
2) Functiekeuze
Indien twee afstandsbedieningen zijn aangesloten, stelt u er een in als "Main"
(Hoofdeenheid) en de andere als "Sub" (Sub-eenheid). Voor het instellen van de
procedures, verwijzen wij u naar "Functiekeuze" in de bedieningshandleiding van
het binnenapparaat.
7.4. Functie-instellingen
7.4.1. Instelling van de functies op het apparaat (de functies van het
apparaat selecteren)
1) FunCTIE
Bedieningskaart van binnenunit
Dit model is uitgerust met de FUNCTIE (automatisch opnieuw starten).
(DIP-schakelaar van de besturingskaart)
De werkingsmodus, ingestelde temperatuur en de ventilatorsnelheid worden opge-
slagen op de besturingskaart van binnenunit als de binnenunit wordt bediend met
de afstandsbediening.
Standaardfabrieksinstelling
SW3
1
2
Schakelaar
Functie
Automatisch herstarten bij
SW3-1
stroomstoring
Ventilatorsnelheid bij uitgescha-
SW3-3
kelde verwarmingsthermostaat
) die langer is dan de andere kabels.
2
ON
5
3 4
OFF
Schakelaarin-
Instelling
stelling
ON (Aan)
Beschikbaar
OFF (Uit)
Niet beschikbaar
ON (Aan)
Stop
OFF (Uit)
Extra laag
53