Brandstoffilter (Afb. 3-7)
Als bladeren tussen de cilinderribben (1) vast
komen te zitten, kan de motor oververhit raken
en minder goed functioneren. Om dit te
vermijden dienen de cilinderribben en de
ventilatorbehuizing altijd schoon gehouden te
worden.
Na 100 bedrijfsuren of eens per jaar (of vaker
indien nodig) dienen de koelribben en andere
motoroppervlakken van stof, vuil en oliesmeer
te worden bevrijd om de koeling
De uitlaatdemper reinigen (afb. 3-8)
Verwijder na elke 100 bedrijfsuren de demper
en vonkenvanger (indien aanwezig) en verwijder
roet uit demper en uitlaatpoort.
Voor langdurige opslag
Maak de tank leeg. Start de motor en laat hem
lopen tot hij uitgaat. Repareer beschadigingen
die bij het gebruik zijn ontstaan. Maak de
machine schoon met een schone doek of met
perslucht. Laat een paar druppels tweetaktolie
door het gat van de bougie in de motor en laat
de zuiger een paar keer op en neer. Berg de
machine droog op onder een doek of zeil.
NL-10
Onderhoudsschema
Hier vindt u nog enkele algemene
onderhoudsinstructies. Neem voor verdere
informatie a.u.b. contact met uw HITACHI
dealer.
Dagelijks onderhoud
•
Maak de buitenkant van de heggentrimmer
schoon.
•
Controleer de mesbescherming op
beschadiging of scheuren. Vervang de
bescherming als deze beschadigd is of
scheuren vertoont.
•
Controleer of het snoeimes scherp is en geen
scheuren vertoont.
•
Controleer of de bevestingsschroef van het
snoeimes goed vastgedraaid is.
•
Ga na of de snoeimes-transportbescherming
onbeschadigd is en veilig bevestigd kan
worden.
•
Controleer of alle schroeven en moeren goed
vastgedraaid zijn.
Wekelijks onderhoud
•
Controleer de starhendel, het koord en de
terugspringveer.
•
Maak de bougie van buiten schoon.
•
Verwijder de bougie en controleer de afstand
tussen de elektrodes. Corrigeer op 0,6 mm of
vervang de bougie.
•
Controleer of de drijfwerkkast met vet gevuld
is.
•
Luchtfilter reinigen
Maandelijks onderhoud
•
Spoel de brandstoftank met benzine en reinig
het brandstoffilter.
•
Reinig het oliefilter van de kettingsmering.
•
Reinig de carburateur en de omgeving ervan.
•
Reinig de ventilator en de omgeving ervan.
•
Haal het roet uit de uitlaat.
Fig. 3-7
Fig. 3-8