• Gebruik geen andere bevestigingspunten dan deze in de gebruiksaanwijzing en op het
etiket van de kinderautostoel beschreven.
• Zorg ervoor dat de kinderautostoel ergens wordt bevestigd waar er geen harde voorwerpen
en kunststof-onderdelen kunnen vastklemmen tussen portieren of verstelbare
passagierszetels wanneer het stoeltje onder normale omstandigheden is gebruikt.
• Controleer regelmatig de technische staat van de harnasgordel, let met name op de
bevestigingspunten, naden en verstelonderdelen.
• Stop met gebruik van de kinderautostoel wanneer zijn onderdelen beschadigd of los zijn.
• In noodgevallen is het belangrijk de veiligheidsgordel snel los te krijgen. Dit betekent dat
de ontgrendelingsknop van de veiligheidsgordel niet volledig is beveiligd, zorg ervoor dat
uw kind niet met de gesp speelt.
• De achterzijde van de kinderautostoel moet stevig aan de passagierszetel worden
bevestigd. Zorg daarbij ervoor dat er geen ongewenste opening is tussen de rugleuning van
de kinderautostoel en de rugleuning van de autozetel. Sommige autohoofdsteunen zijn een
obstakel bij installatie van een kinderautostoel en moeten daarom eerst worden
gedemonteerd.
• Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel correct door gordelgeleiding is gelegd. De gesp van de
veiligheidsgordel moet onder de bandgeleider in de kinderautostoel zitten (de gesp mag de
geleider niet aanraken). Bij twijfels hieromtrent contact met de fabrikant opnemen.
• Geef zelf het goede voorbeeld en klik je gordel altijd vast. Een niet met veiligheidsgordels
vastgemaakte inzittende kan ook gevaar voor het kind zijn.
• Controleer voor elke rit dat het kinderautostoeltje is vastgemaakt.
• Het kinderautostoeltje moet worden vastgemaakt ook als het niet in gebruik is. Een niet
bevestigd autostoel kan de inzittenden zelfs bij noodstop verwonden.
4. Het beveiligen van een kind
4.1 Inzetstuk
Het inzetstuk met het kussen van de hoofdsteun zorgen voor beter comfort en steun bij zeer
kleine kinderen. Het is aangeraden het inzetstuk te gebruiken (afb. 4.1) tot het kind een
gewicht van 13 kg bereikt. Het is aangeraden extra interne schuimvulling te gebruiken, tot het
kind het gewicht van 5,5 kg bereikt. Schuimvulling kan door de afneembare zak aan de
achterkant van het baby-inzetstuk worden verwijderd.
4.2 Hoogte van de hoofdsteun
Trek de afstelknop van hoofdsteun, maak omhoog of druk de hoofdsteun om zijn hoogte af
te stellen (afb. 4.2a). De hoofdsteun kan in 11 verschillende posities worden versteld.
• Bij een groep 0+ en I kan het in 8 verschillende posities worden versteld zonder
schouderbanden te demonteren. De juiste hoogte van de schouderbanden wordt zo
ingesteld dat de band in de rugleuning van de autostoel iets boven of gelijk met de
schouders van het kind binnenkomt. Zorg ervoor dat de schouderbanden goed aan de
schouders van het kind zijn aangepast.
82