nl
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5070017 / 000 / 00
6.2. Indicatie
In de indicatie worden meetwaarden, instellingen en de toe-
stand van het apparaat weergegeven.
In de meetmodus worden de actuele meetwaarden in het
onderste indicatieveld (resultaatregel) weergegeven. In de
meetmodus worden de actuele meetwaarden in het onder-
ste weergaveveld (resultaatregel) weergegeven, terwijl het
voorgaande meetresultaat in de bovenliggende regels wordt
weergegeven.
6.2.1. Indicatiesymbolen
Temperatuur te hoog
> +70°C
Temperatuur te laag
< -15°C
Ongunstige signaalomstandigheden
Te veel omgevingslicht bij het meetdoel
Laser ingeschakeld
Indicatie batterijen
Menu geactiveerd
6.2.2 Indicatieverlichting
Het display van de PD4 is voorzien van automatische ver-
lichting.
6.3. Meetreferenties
Alle metingen hebben standaard betrekking op de achter z-
ijde van de PD 4.
6.3.1 Enkele meting (meettoets)
1. De lasermeetstraal met de meettoets inschakelen.
2. Nogmaals de meettoets inschakelen. De gemeten afstand
wordt gewoonlijk in minder dan een seconde weergegeven
in de regel voor de tussenresultaten.
Het apparaat kan ook met de Aan- en Uittoets worden
ingeschakeld, waarna de laser vervolgens met de meettoets
kan worden ingeschakeld.
56
MENU