4. Bedieningsinstructies
6
1
1
Luchtaansluiting
2
Olie-inlaat
3
Olieterugvoer
4
Aansluitnippel (neusstuk maat G
•
Sluit de luchtaangedreven pomp of olie-
injector aan op het werkstuk. De aansluiting
kan rechtstreeks gebeuren of via een lexibele
drukslang (voor THAP 030E en THAP 150E) of
hogedrukleiding (voor THAP 300E en
THAP 400E).
Verwijder het G
/
3
4
hogedrukleiding of lexibele drukslang te kunnen
aansluiten.
•
THAP 030E en 150E: Sluit een adapternippel
van G
/
naar G
/
3
1
4
4
maximaal aanhaalmoment van 130 Nm.
Sluit de lexibele drukslang (729834) aan op de
adapternippel. De lexibele drukslang kan op de
toepassing worden aangesloten met behulp van
een geschikte snelkoppeling en nippel.
278 NL
7
/
)
3
4
neusstuk (4) om een
aan (228027 E) met een
5
2
5
Ontlastklep
6
Luchtklep
7
Handvat
•
THAP 300E en THAP 400E:
Sluit een hogedrukleiding met een
G
/
-uiteinde (bijv. 227957 A/400MP) aan
3
4
op het hydraulisch uitlaatblok. Het maximale
aanhaalmoment is 130 Nm. Breng de
beschermkap aan. Sluit het vrije uiteinde aan op
de toepassing.
•
Sluit de luchtklep (6) en sluit de luchtslang aan
op de luchtaansluiting (1).
•
Sluit de slangen aan op de olie-inlaat (2) en de
olieretour (3).
•
Leg de vrije uiteinden van de olieslangen in
het oliereservoir. Zorg dat het uiteinde van
de olieaanzuigslang volledig in de olie is
ondergedompeld.
•
Zorg dat de ontluchtingsklep (5) open is. Open
4
3