8.0 Algemeen onderhoud
•
Controleer de bandendruk om de 4 weken. Controleer alle
banden op slijtage en beschadiging.
•
Controleer de remmen ongeveer om de 4 weken om na te
gaan of ze nog goed werken en makkelijk te bedienen zijn.
•
Verander de banden zoals u dat bij een gewone fiets zou
doen.
•
Alle verbindingen die van essentieel belang zijn voor het
veilige gebruik van uw rolstoel zijn zelfvergrendelend.
Controleer om de 3 maanden of alle bouten stevig vast
zitten (zie hoofdstuk over de koppelsleutel). U mag
borgmoeren maar één keer monteren en u moet ze
vervangen na een bepaalde gebruiksperiode.
•
Gebruik alleen zachte (niet agressieve)
schoonmaakproducten om uw rolstoel schoon te maken. U
mag de bekleding van de zitting alleen met water en zeep
schoonmaken.
•
Als uw rolstoel nat wordt, moet u hem na gebruik afdrogen.
•
Om de 8 weken ongeveer moet u een klein beetje
naaimachine-olie op de quick-release-assen aanbrengen.
Afhankelijk van hoe frequent u uw rolstoel gebruikt, raden
we aan dat u om de 6 maanden met uw rolstoel naar uw
dealer gaat waar gespecialiseerd personeel hem kan
nakijken.
OPGELET!
Zand en zeewater (of zout in de winter) kan de rollagers van de
voor- en achterwielen beschadigen. Maak de rolstoel grondig
schoon nadat die aan zand en zeewater is blootgesteld.
De onderstaande onderdelen kunnen worden verwijderd en voor
reparatie teruggezonden naar de
fabrikant/dealer:
• Achterwielen
• Armsteunen
• Voetsteunhouder
• Anti-tip wielen
Deze onderdelen zijn als reserveonderdelen beschikbaar. Meer
informatie hierover vindt u in onze onderdelencatalogus.
Hygiënemaatregelen bij hergebruik:
Voordat de rolstoel door een nieuwe gebruiker in gebruik
genomen wordt, moet de stoel zorgvuldig worden
voorbereid. Alle oppervlaktes waarmee de gebruiker in
aanraking komt, moeten behandeld worden met een
desinfecterende spray.
Hiervoor heeft u een ontsmettingsmiddel van de DGHM-
lijst nodig, bijv. Antifect Liquid (Schülke & Mayr) voor snelle
ontsmetting op alcoholbasis voor medische producten en
medische instrumenten, die snel moeten worden ontsmet.
Houd u aan de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het
desinfecterende middel.
Over het algemeen kan op de naden van de rolstoel geen
volledige ontsmetting worden gegarandeerd. Daarom wordt
geadviseerd de zitting en rugleuning te vervangen om
microbacteriële besmetting te voorkomen. (In overeenstemming
met de Wet Medische hulpmiddelen).
EASY 200-300,
102
9.0 Mogelijke problemen
Rolstoel trekt naar één kant
• Controleer bandendruk
• Controleer of het wiel vlot draait (lagers, as)
• Controleer hoeken van zwenkwielen.
• Controleer of beide voorwielen de grond goed raken
Voorwielen beginnen te wiebelen
• Controleer hoeken van zwenkwielen.
• Controleer of alle bouten vast zitten;
draai ze indien nodig vast (zie hoofdstuk over de koppelsleutel)
• Controleer of beide voorwielen de grond goed raken
Rolstoel/kruisframe klikt niet op haar plaats in het
zittingszadel
• Rolstoel is nog nieuw, d.w.z. dat de zitting of
de rugbekleding nog heel stijf is. Dat wordt beter naarmate de
stoel meer gebruikt wordt.
Het is moeilijk om de rolstoel in te klappen
• Verstelbare rugbekleding is te stijf. Maak de losser
tot het wel lukt.
Rolstoel piept en rammelt
• Controleer of alle bouten vast zitten;
draai ze indien nodig vast (zie hoofdstuk over de koppelsleutel)
• Breng een beetje smeerolie aan op plaatsen waar beweegbare
delen met elkaar in contact komen
Rolstoel begint te wiebelen
• Controleer hoek waarin voorwielen ingesteld zijn
• Controleer bandendruk
• Controleer of achterwielen verschillend ingesteld zijn