Gebruik
Inklappen
Verwijder eerst het zitkussen van de
rolstoel en kantel de voetplaat of de
voetsteunen naar boven.
Pak de zitting of de buizen van de
rugleuning in het midden beet en trek
hem omhoog. Nu klapt de rolstoel in.
Om uw rolstoel zo klein mogelijk te
maken, zodat hij bijvoorbeeld in een
auto past, kunt u de voetsteunen
verwijderen (afhankelijk van het
model). Hiertoe duwt u de
ontkoppelingsgrendel van de
buitenkant, klap de voetsteun naar de
zijde en trek hem uit de buis van het
frame.
Uitklappen
Voor het uitklappen
maakt u de vouwbeugel los.
Druk op de zittingbuis (zie afbeelding).
De rolstoel klapt nu uit. Duw dan de
zittingbuis in de steun. Dit gaat
gemakkelijker als u de rolstoel een beetje naar voren kantelt.
Hierdoor rust er geen gewicht op de achterwielen, waardoor de
rolstoel gemakkelijker uit elkaar vouwt.
Opgelet!
Vingers kunnen bekneld raken.
Quick release assen op de ach-
terwielen
De achterwielen zijn uitgerust met
quick release assen. Zo kunt u de
wielen zonder gereedschap mon-
teren of verwijderen. Om een wiel
te verwijderen, drukt u gewoon de
quick release knop op de as in (1)
en trekt u het wiel weg.
OPGELET!
Houd de quick release as inge-
drukt terwijl u de as in het frame steekt om de achterwielen
te monteren. Laat de knop los om het wiel op zijn plaats te
vergrendelen. De quick release knop zou weer op zijn oor-
spronkelijke plaats moeten klikken.
Opties - Trapdop
Trapdop
De trapdop kan door begeleiders
worden gebruikt om de rolstoel
over een obstakel te duwen. Trap
gewoon op de buis om een rol-
stoel bijvoorbeeld over een stoep
of een trede te duwen.
Fig. 1
Fig. 2
Fig. 3
1
Fig. 4
Opties - Wielvergrendelingen
Wielvergrendelingen
Uw rolstoel heeft twee
Fig. 5
wielvergrendelingen.
Ze komen rechtstreeks
op de banden terecht.
Om de vergrendelin-
gen te gebruiken, drukt
u beide
vergrendelingshendels
naar voren tot tegen de
aanslagen (Fig. 5).
18-20mm
Trek de vergrende-
lingshendels terug in
de uitgangspositie om
de vergrendeling te ontkoppelen.
Het remvermogen vermindert wanneer:
• het loopvlak van de band versleten is
• de bandendruk niet voldoende is
• de banden nat zijn
• de wielvergrendelingen niet goed afgesteld zijn
De parkeerremmen zijn niet bedoeld om als rem voor een bewe-
gende rolstoel te dienen.
U mag de wielvergrendelingen dan ook niet gebruiken
om een bewegende rolstoel te doen rem- men. Rem altijd
met behulp van de hoepels. Zorg
afstand tussen de banden en de wielver- grendelingen
voldoet aan de vermelde specificaties. Om die afstand aan te
passen, draait u schroef (1) los en stelt u de juiste afstand in.
Draai de schroef weer vast. (zie de pagina over
torque sleutel).
OPGELET!
Telkens wanneer u de
achterwielen hebt bijgesteld,
moet u nagaan of de afstand tot de wielvergrendelingen in orde
is.
Pas die indien nodig aan.
1
ervoor dat de
57