De functies gebruiken
Alle modellen
• Tweeledig digitaal display: Deze meters kunnen twee metingen, zoals AC voltage en frequentie, gelijktijdig
weergeven. Welke combinatie van metingen op het display wordt weergegeven, wordt aangeduid door
middel van een groot pictogram voor de meting op het primaire display en een klein maar hoger geplaatst
pictogram voor de meting op het secundaire display. "VAC
display het gemeten AC voltage wordt weergegeven en op het secundaire display de gemeten frequentie.
• SELECT: Druk kort om heen en weer te schakelen tussen functies of om heen en weer te schakelen tussen
AC en DC wanneer u een stroomsterkte en millivolt meet.
• RANGE (BEREIK): Druk één keer om de handmatige bereikbepalingsmodus te activeren. Het pictogram
verdwijnt van het display. Druk herhaaldelijk om de diverse bereikwaarden te kiezen. Houd
ingedrukt om terug te keren naar de automatische bereikbepalingsmodus.
Opmerking: wanneer u in de MAX-MIN, HOLD (display bevriezen) of ∆-modus werkt verlaat u de modus
met een druk op de toets RANGE.
• ∆: Geeft het verschil weer tussen twee metingen. Terwijl u een meting uitvoert, drukt u op ∆ om het display
op nul te zetten. Op het display verschijnt dan het ∆ pictogram. Voer een tweede meting uit. De waarde die
op het display verschijnt is het verschil tussen de twee metingen. Druk nogmaals om deze modus te verlaten.
• HOLD
: Druk kort om de huidige waarde op het display te bevriezen. Druk nogmaals om deze modus
te verlaten.
Deze functie heeft geen invloed op het staafdiagram.
: Houd ingedrukt tot de achtergrondverlichting actief wordt. Houd nogmaals ingedrukt om de verlichting
•
uit te schakelen. De achtergrondverlichting wordt na ongeveer 30 seconden automatisch uitgeschakeld om
de levensduur van de batterij te verlengen.
• Automatische uitschakeling: Om de levensduur van de batterij te verlengen wordt de multimeter
automatisch uitgeschakeld na ongeveer 30 minuten inactiviteit. Om de meter opnieuw aan te zetten, drukt u
kort op de toets SELECT, RANGE, ∆ of HOLD, of draait u de keuzeschakelaar in de stand OFF en vervolgens
weer in een andere stand. Om deze functie uit te schakelen drukt u op SELECT terwijl u de meter aanzet.
• Het piepsignaal uitschakelen: Houd de RANGE-toets ingedrukt terwijl u de meter aanzet om de
piepsignaalfunctie tijdelijk uit te schakelen. Draai de keuzeschakelaar in de stand OFF en vervolgens
weer in een andere stand om het piepsignaal te activeren.
Alleen DM-820A, DM-830A en DML-430A
: Druk kort om de piekoptekenmodus te activeren. In deze modus wordt de ingangswaarde elke
• CREST
milliseconde gemeten en verschijnt
weer. Druk herhaaldelijk om de gewenste weergave te kiezen: maximum, minimum, of maximum–minimum
piekwaarde. Houd de toets ingedrukt om deze modus te verlaten.
De automatische uitschakeling is niet actief wanneer u deze functie gebruikt.
Opmerking: Wanneer u de piekfunctie ("CREST") gebruikt, verlaat u deze modus met een druk op de
toets RANGE.
: Druk kort om de MAX/MIN/AVG* optekenmodus te activeren. In deze modus wordt de
• REC
ingangswaarde om de 50 milliseconden gemeten. Op het display verschijnen "MAX", "MIN" of "AVG"*.
De lcd geeft de feitelijke ingangswaarde weer. Telkens wanneer de maximum- of minimumwaarde wordt
bijgewerkt, laat de meter een pieptoon horen. Druk herhaaldelijk om de gewenste weergave te kiezen:
maximum, minimum, maximum–minimum, gemiddelde* of feitelijke ingangswaarde. Houd de toets
ingedrukt om deze modus te verlaten.
*De gemiddeldefunctie ("AVG") is niet beschikbaar op de DML-430A.
De automatische uitschakeling is niet actief wanneer u deze functie gebruikt.
176
Hz
" betekent bijvoorbeeld dat op het primaire
en "MAX" op het display. De lcd geeft de maximum piekwaarde