1.6.3 Montage van de brander
De keteldeur is reeds voorzien voor de
montage van de brander (fig. 3/a).
De branders moeten zodanig wor-
den afgesteld dat de CO 2 overeen-
stemt met de waarde die in punt 1.3
staat aangegeven met een toleran-
tie van ± 5%.
2
INSTALLATIE
2. 1
VERWARMINGSRUIMTE
De verwarmingsruimte dient te vol-
doen aan alle eisen en normen voor
verwarmingsinstallaties die op vloeiba-
re brandstoffen werken.
2.2
AFMETINGEN VAN DE
VERWARMINGSRUIMTE
Zet het verwarmingslichaam op een
speciaal onderstel met een hoogte van
minimaal 10 cm. De ondergronden
waarop het lichaam steunt dienen een
afvoer mogelijk maken; hiervoor dienen
zo mogelijk ijzeren platen te worden
gebruikt. Tussen de wanden van de ver-
warmingsruimte en de ketel dient een
ruimte vrij te worden gelaten van ten
minste 0,60 m. Tussen de bovenkant
van de ketel en het plafond dient ten
minste 1 m te zitten. Voor ketels met
een ingebouwde boiler kan deze afstand
worden verlaagd tot 0,50 m (de hoogte
46
1.7
DRUKVERLIEZEN KETELCIRCUIT
220
200
180
160
140
120
100
80
60
40
20
0
OPMERKING: De drukverliezen van het diagram zijn verkregen bij
∆t 10°C
Fig. 3/a
van de verwarmingsruimte mag hoe
dan ook niet lager zijn dan 2,5 m).
2.3
DE INSTALLATIE
AANSLUITEN
Vóór u de hydraulische leidingen aan-
sluit, moet u controleren of de aanwij-
zingen van fig. 1 strikt zijn opgevolgd.
Aangezien deze aansluitingen gemak-
kelijk moeten kunnen worden gede-
monteerd gebruikt u bij voorkeur drie-
delige roterende koppelingen.
De installatie moet van het type zijn
met een dicht expansievat.
2.3. 1 Aanbevolen
accessoires (fig. 2)
Teneinde een juiste werking van de
ketel te garanderen is het noodzakelijk
op de bus van 3/8" van de vertrek C.V.
een automatische ontluchtingsklep (3)
500
1000
1500
te plaatsen en op de bus van 1/2" een
voor 3 bar geijkte veiligheidsklep (12).
Daarnaast dient een voor 6 bar geijkte
veiligheidsklep (8) te worden geïnstal-
leerd op de koud water-aanvoer van de
boiler ter voorkoming van het risico van
breuk tengevolge van een incidenteel
verhoogde overdruk.
Voor het geval de veiligheidsklep open-
gaat, wordt meestalaangeraden om in
het warm water- circuit een expansie-
vat (7) van 5 liter te plaatsen met een
maximale druk van 8 bar. Het expan-
sievat dient te zijn voorzien van een
rubberen wand zoals voor voedingswa-
ren wordt gebruikt.
De verwarmingspomp moet aan de
achterzijde van de ketel worden
gemonteerd ter vervanging van het
aansluitstuk (4).
2.3.2 De installatie vullen
Alvorens de ketel aan te sluiten is het
2000
2500
3000
Waterdebiet (l/h)
Portata acqua (l/h)
Fig. 4