Bij de eerste bediening van de genoemde toetsen vindt er geen veran-
dering van de instellingen op de flitser plaats!
Als in de TTL-flitsfunctie de opname correct werd belicht, wordt gedurende de
'o.k.'-aanduiding (zie 4.2) de verlichting van het LC-display geactiveerd.
5.6 Motor-zoomreflector
De reflector van de flitser kan brandpuntsafstanden vanaf 24 mm (kleinbeeld-
formaat 24 x 36mm) uitlichten.
5.6.1 'Auto-Zoom'
Als de flitser wordt gebruikt in combinatie met een camera die de gegevens
van de brandpuntsafstand van het objectief aan de flitser meldt, past deze de
stand van de zoomreflector automatisch aan die brandpuntsafstand aan. Na
het inschakelen van de flitser wordt in zijn LC-display 'Auto Zoom' en de dan
geldende reflectorstand aangegeven.
De automatische aanpassing van de reflectorstand vindt plaats voor objectie-
ven met brandpuntsafstanden van 24 mm en meer. Wordt een brandpuntsaf-
stand van minder dan 24 mm ingezet, dan knippert in het LC-display de
aanduiding '24' mm als waarschuwing, dat het onderwerp door de flitser
niet geheel tot aan de randen kan worden verlicht.
Voor objectieven met een brandpuntsafstand vanaf 20 mm kan een
groothoekvoorzetschijf (zie hoofdstuk 7: Optionele accessoires) wor-
den gebruikt.
5.6.2 Met de hand instellen van de zoomreflector 'M.Zoom'
Indien gewenst, kan de stand van de zoomreflector met de hand worden ver-
steld om bijv. bepaalde verlichtingseffecten te kunnen realiseren (bijv. hot-
spot enz.). Door herhaald op de toets 'Zoom' op de flitser te drukken, kunnen
achtereenvolgens de volgende reflectorstanden worden gekozen:
24 mm - 28 mm - 35 mm - 50 mm - 70 mm - 85 mm - 105 mm.
In het LC-display van de flitser wordt 'M.Zoom' (voor zoominstelling met de hand) en
de ingestelde zoomstand (in mm) aangegeven. De instelling treedt onmiddellijk in wer-
king. Na ong. 5 s. schakelt het LC-display weer naar de normale weergave terug.
Als de instelling van de zoomreflector ertoe zou leiden, dat de randen
van het onderwerp niet goed worden verlicht, gaat de aanduiding
van de zoomstand in het LC-display van de flitser als waarschuwing
knipperen.
Voorbeeld 1:
• U werkt met een brandpuntsafstand van 50 mm.
• Op de flitser is de reflectorstand van 70 mm met de hand ingesteld (aan-
duiding 'M.Zoom').
• In het LC-display van de flitser knippert de aanduiding '70' mm voor de
zoomstand, omdat de randen van het onderwerp niet goed verlicht wor-
den.
Voorbeeld 2:
• U werkt met een brandpuntsafstand van 50 mm.
• Op de flitser is de reflectorstand van 35 mm met de hand ingesteld (aan-
duiding 'M.Zoom').
• In het LC-display van de flitser knippert de aanduiding '35' mm voor de
zoomstand niet, omdat de randen van het onderwerp volledig verlicht wor-
den.
Terugzetten naar 'Auto-Zoom'
Voor het terugzetten naar 'Auto Zoom' zijn er twee verschillende mogelijk-
heden:
• Druk zo vaak op de 'Zoom'-toets van de flitser, dat in het display 'Auto
Zoom' wordt aangegeven; de instelling treedt onmiddellijk in werking. na
ong. 5 s. schakelt het LC-display weer naar de normale weergave terug.
Of:
• Schakel de flitser via zijn hoofdschakelaar even uit. Na het opnieuw
inschakelen wordt in het display van de flitser 'Auto Zoom' aangegeven.
5.6.3 Extended-zoomfunctie
Bij de extended-zoomfunctie (Ex) wordt de brandpuntsafstand van de flitser
ten opzichte van die van het op de camera gebruikte objectief één stap gere-
53