5.4.2 Aanduiding van de flitsreikwijdte bij de
manual-flitsfunctie M, c.q. MLo
In het LC-display van de flitser wordt de afstandswaarde aangegeven die
voor een correcte belichting van het onderwerp moet worden aangehouden.
De aanpassing aan de opnamesituatie kan door het veranderen van de dia-
fragmawaarde en door de keuze tussen vol vermogen M en het deelvermo-
gen MLo worden bereikt (zie 4.4).
5.4.3 Overschrijden van het aanduidingenbereik
De flitser kan reikwijdten tot maximaal 199 m, c.q. 199 ft aangeven. Bij
hoge ISO-waarden (bijv. ISO 6400) en grote diafragmaopeningen kan het
aanduidingenbereik worden overschreden. Dit wordt door een pijl, c.q. drie-
hoekje achter de afstandswaarde aangeduid.
5.4.4 Verdwijnen van de aanduiding van de reikwijdte
Als de reflector vanuit zijn normale stand naar boven, c.q. naar beneden
wordt gezwenkt, verdwijnt de aanduiding van de reikwijdte uit het LC-dis-
play van de flitser!
5.4.5 Meter - Feet - omschakeling (m - ft)
De aanduiding van de reikwijdte in het LC-display van de flitser kan naar
keuze in meters (m) of feet (ft) plaatsvinden. Voor het wisselen van de aan-
duiding gaat u als volgt te werk:
• Schakel de flitser via zijn hoofdschakelaar uit.
• Houd de toetscombinatie 'Select' (= toets 'Mode' + toets 'Zoom') ingedrukt.
• Schakel de flitser via zijn hoofdschakelaar in.
• Laat de toetscombinatie 'Select' (= toets 'Mode' + toets 'Zoom') los.
• De afstandsaanduiding wisselt nu van m naar ft, c.q. van ft naar m.
5.5 Verlichting van het LC-display
Door te drukken op de toets 'Mode', c.q. de toets 'Zoom' wordt voor ong.
10 s. de verlichting van het LC-display van de flitser geactiveerd. Bij het ont-
steken van een flits wordt de verlichting van het LC-display uitgeschakeld.
46
Bij de eerste bediening van de toetsen vindt er geen verandering van
de instellingen op de flitser plaats!
Werd in de TTL-flitsfunctie de opname correct belicht, dan wordt gedurende
de 'o.k.'-aanduiding (zie 4.1.3) de verlichting van het LC-display geacti-
veerd.
5.6 Motor-zoomreflector
De reflector van de flitser kan brandpuntsafstanden vanaf 24 mm (klein-
beeldformaat 24 x 36 mm) uitlichten.
5.6.1 'Auto-Zoom'
Als de flitser wordt gebruikt met een camera die de gegevens van de brand-
puntsafstand aan de flitser doorgeeft, past de stand van de zoomreflector
zich automatisch aan die brandpuntsafstand aan. Na het inschakelen van de
flitser wordt in zijn LC-display 'Auto Zoom' en de actuele reflectorstand aan-
gegeven.
De automatische aanpassing van de stand van de reflector vindt plaats bij
brandpuntsafstanden vanaf 24 mm. Wordt een brandpuntsafstand van min-
der dan 24 mm ingezet, dan knippert in het LC-display de aanduiding
'24' mm als waarschuwing dat de randen van de opname niet geheel door
de flitser kunnen worden uitgelicht.
Voor objectieven met brandpuntsafstanden vanaf 20 mm kan een
groothoekvoorzetschijf (Accessoire, zie hoofdstuk 7) worden gebruikt.
Bij de automatische, motorische zoomverstelling van de flitser door de
camera's Dimage 5 en 7, 7i kan de aangestuurde verlichtingshoek
van de reflector van de ingestelde brandpuntsafstand van het objec-
tief afwijken. De camera stuurt dan de reflector zo, dat de opname
verder dan noodzakelijk wordt uitgelicht (in principe dus als de exten-
ded-zoomfunctie; zie 5.6.3).