•
Controleer of de moeren en schroeven goed zijn
vastgedraaid.
•
Controleer of de stopschakelaar correct werkt.
•
Controleer de motor, tank en brandstofleidingen op
brandstoflekken.
•
Zorg dat de zaagketting niet draait wanneer de
motor stationair draait.
Wekelijks onderhoud
•
Controleer of het koelsysteem correct werkt.
•
Controleer of de startmotor, het startkoord en de
terugtrekveer correct werken.
•
Controleer of de onderdelen van de trillingsdemper
niet zijn beschadigd.
(Fig. 78)
•
Verwijdeer eventuele bramen op de randen van de
geleider met een vijl.
•
Reinig of vervang het vonkenscherm op de
geluiddemper.
(Fig. 79)
•
Reinig de externe oppervlakken van de carburateur
en de aangrenzende oppervlakken.
•
Reinig het luchtfilter. Breng een nieuw luchtfilter aan
als het beschadigd is of te vuil is om het volledig te
kunnen reinigen. Zie
pagina 268 voor meer informatie.
Maandelijks onderhoud
•
Controleer de remvoering van de kettingrem op
slijtage. Vervang de remvoering als deze op het
meest versleten punt minder dan 0,6 mm (0,024
inch) dik is.
(Fig. 80)
•
Controleer het middenstuk van de koppeling, de
koppelingstrommel en de koppelingsveer op slijtage.
•
Bougie reinigen. Controleer of de afstand tussen de
elektroden juist is.
(Fig. 81)
•
Reinig de externe oppervlakken van de carburateur
en de aangrenzende oppervlakken.
•
Controleer het brandstoffilter en de brandstofslang.
Vervang indien nodig.
•
Leeg de brandstoftank.
•
Leeg de olietank.
•
Controleer alle kabels en aansluitingen.
Jaarlijks onderhoud
•
Controleer de bougie.
•
Reinig de externe oppervlakken van de carburateur
en de aangrenzende oppervlakken.
•
Reinig het koelsysteem.
•
Controleer het vonkenopvangnet.
•
Controleer het brandstoffilter.
•
Controleer de brandstofslang op schade.
268
Het luchtfilter schoonmaken op
•
Controleer alle kabels en aansluitingen.
Incidenteel onderhoud
•
Laat de geluiddemper na 50 bedrijfsuren repareren
of vervangen door een erkend servicecentrum.
•
Voer onderhoud aan de bougie uit als:
•
het vermogensniveau van de motor te laag is.
•
de motor moeilijk kan worden gestart.
•
de motor niet naar behoren werkt bij stationair
toerental.
•
Controleer de smering van de zaagketting telkens
wanneer u brandstof bijvult. Zie
zaagketting controleren op pagina 270 .
Stationair toerental afstellen
Zorg dat het luchtfilter schoon is en dat het
luchtfilterdeksel is aangebracht voordat het stationaire
toerental wordt afgesteld.
1. Draai de stelschroef voor stationair draaien, die is
gemarkeerd met een 'T', rechtsom totdat de
zaagketting begint te draaien.
2. Draai de stelschroef voor stationair draaien, die is
gemarkeerd met een 'T', linksom totdat de
zaagketting stopt.
3. Het stationaire toerental moet lager zijn dan het
toerental waarbij de zaagketting gaat draaien. Het
stationaire toerental is juist wanneer de motor in alle
standen soepel draait.
Vonkenscherm reinigen
1. Gebruik een staalborstel om het vonkenscherm te
reinigen.
Onderhoud uitvoeren aan de bougie
OPGELET: Gebruik de aanbevolen bougie.
Zorg dat het vervangende onderdeel
identiek is aan het onderdeel dat door de
fabrikant wordt geleverd. Een onjuiste
bougie kan leiden tot schade aan het
product.
1. Als het apparaat niet soepel start of draait,
controleert u de bougie op de aanwezigheid van
ongewenst materiaal. Om het risico van ongewenst
materiaal op de elektroden van de bougie te
beperken:
a) zorg dat het stationaire motortoerental correct is
afgesteld.
b) zorg dat het brandstofmengsel correct is.
c) zorg dat het luchtfilter schoon is.
2. Reinig de bougie als deze vuil is. Controleer of de
afstand tussen de elektroden juist is. (Fig. 81)
3. Vervang de bougie indien nodig.
Het luchtfilter schoonmaken
Smering van de
280 - 007 - 14.10.2019