Filter en verzamelflacon op ventilator:
3.
filter (F) in de omhoog staande positie, de rand van het filter op de rails (G) van de
behuizing (H), waarbij de drainagepoort (D) naar u wijst. Duw de expiratoire vergrendeling
omlaag: hierdoor zal het filter goed komen te liggen. Bevestig het expiratorie deel van het
beademingscircuit van de ventilator op de conische aansluiting van het filter (C).
Zonder gebruik van de drainagezak:
4.
voorzien zijn van een kapje (J). Met gebruik van de drainagezak: Installeer de klem (K) op de
slang (L). Verwijder het kapje van de drainagepoort van de verzamelflacon en plaats de slang
op de drainagepoort van de verzamelflacon. Sluit het andere uiteinde van de slang aan op
de drainagezak (M). Plaats de drainagezak in de lade van de ventilator wanneer deze op een
wagen is geplaatst.
Let op: De drainagezak is bestemd om plat te liggen en niet om te hangen.
WAARSCHUWING
1. Voer een controle op lekkage van het circuit uit bij elke installatie van een filter op een
ventilator om te garanderen dat de aansluitingen van het beademingscircuit van de
ventilator lekvrij zijn.
Gebruik
Als de verzamelflacon zich vult: Leeg de verzamelflacon voordat de vloeistof de maximale
vulmarkering bereikt (N). Bij gebruik van een drainagezak, dient u de klem te openen om vloeistof
uit de verzamelflacon naar de drainagezak af te voeren. Sluit de klem zodra het vloeistofniveau
onder de drainagepoort komt. Er mag geen lucht in de drainagezak komen. Een volle drainagezak
ontkoppelen en afvoeren.
Als de drainagezak vol is: Ontkoppel de drainagezak van de slang. Installeer een zakfitting (P) op de
tab om de zak af te sluiten. Voer de zak af.
WAARSCHUWING
1. Leeg de verzamelflacon voordat de vloeistof de maximale vulmarkering bereikt.
Door overstroming van de verzamelflacon kan er vloeistof terechtkomen in het filter of
het beademingscircuit van de ventilator en kan de stroomweerstand toenemen.
2. Het gebruik van vernevelde medicatie kan een ophoping veroorzaken en een toename
in stroomweerstand en zelfs het filter blokkeren. Controleer en test de expiratoire
filters bij het instellen van de patiënt en regelmatig tijdens het gebruik.
3. Het verwijderen van de verzamelflacon terwijl de patiënt is aangesloten op de
ventilator kan leiden tot verlies van circuitdruk, autocycleren van de ventilator of
direct contact met de vloeistof.
4. Volg altijd de richtlijnen voor infectiebeheersing van uw instelling.
Schuif, met de vergrendeling van het expiratoire
De drainagepoort van de verzamelflacon (D) moet
16