Opties – Armsteunen, hemiplegie
ARMSTEUNEN,
HEMIPLEGIE
De hemiplegie-armsteun kan
zowel qua lengte als hoek
worden ingesteld. U kunt de
lengte instellen door de
armsteun te duwen na de 2
draaischroeven (1) los te
hebben gedraaid. U stelt de
hoek in door knop 2 ingedrukt
te houden en de armsteun
naar de gewenste positie te
draaien en de knop daarna los te laten.
(Fig. 42).
Opties – Anti-tip wielen
ANTI-TIP WIELEN
Anti-tip wielen bieden bijkomende veiligheid voor onervaren
gebruikers wanneer deze nog leren hoe de rolstoel te gebruiken.
Anti-tip wielen voorkomen dat de rolstoel naar achteren kantelt. De
anti-tip buis moet zover in de buis van het frame worden geplaatst
dat de eerste van de twee knoppen in het eerste gat in het frame
valt, (Fig. 40).
WAARSCHUWING!
Wanneer de anti-tip wielen verkeerd zijn aangebracht, wordt het
gevaar op achterwaarts kantelen groter. U moet de anti-tip omhoog
klappen wanneer u over grote obstakels, zoals een stoeprand, rijdt.
Zo voorkomt u dat ze met de grond in aanraking komen. Daarna
kunt u ze in de normale positie terugzetten.
OPGELET!
Duw de anti-tip niet zover in de
buis van het frame dat beide
knoppen in de buis komen.
Hierdoor kan de anti-tip
beschadigen en het gewenste
effect wordt verkleind.
Door op de tweede zichtbare
ontgrendelingsknop te drukken,
kan de anti-tip omhoog worden
gebracht of worden verwijderd.
Er moet altijd tussen de 3 cm
en 5 cm afstand zijn tot aan de grond. U moet de wielen naar voren
zwaaien wanneer u grote hindernissen (bijv. stoep) op- of afrijdt,
om aanraking met de grond te vermijden. Draai de anti-tip wielen
vervolgens weer naar beneden in de normale positie (Fig. 43).
WAARSCHUWING!
Wanneer de anti-tip wielen verkeerd zijn aangebracht, wordt het
gevaar op achterwaarts kantelen groter.
Opties – Heupgordel
WAARSCHUWING!
Controleer, voordat u uw rolstoel gebruikt, of de heupgordel correct
is aangepast en vastgemaakt.
De heupgordel dient aan de rolstoel bevestigd te zijn zoals getoond
op de afbeeldingen. De gordel bestaat uit twee delen. Ze worden
bevestigd d.m.v. de aanwezige schroef, die door het ringetje van de
gordel wordt gestoken. De gordel wordt onder de achterzijde van
het zijpaneel geleid. (Fig. 44)
Pas de gordel zodanig aan dat de sluiting zich in het midden van de
stoel bevindt.
(Fig. 45).
Fig. 42
Fig. 43
Fig. 44
De heupgordel wordt als volgt aangepast aan de wensen van de
gebruiker:
Om de lengte van
Om de lengte van
de gordel te ver-
de gordel te ver-
groten
Type A
Type B
Om de gordel lan-
Haal vervolgens
ger te maken, haalt
het niet-gebruikte
u het niet-gebruikte
deel van de gordel
deel van de gordel
door de gesp en
door de geleiders
geleiders.
en gesp.
Controleer na het vastmaken de ruimte tussen de gordel en de
gebruiker. Als men een vlakke hand tussen de gordel en het
lichaam van de gebruiker kan steken (niet meer en niet minder), is
de gordel correct aangemeten, (Fig. 46).
Over het algemeen moet de heupgordel zodanig bevestigd zijn dat
de gordel in een hoek van 45° vastgemaakt kan worden. Als de
gordel op de juiste wijze bevestigd is, kan de gebruiker niet in de
rolstoel naar beneden glijden.
(Fig. 47).
Fig. 46
Om de sluiting te sluiten:
Steek de tanden van de gesp
in de sluiting.
Fig. 45
kleinen
Type A
Type A
Type B
Type B
Controleer of de
gordel niet om de
sluiting is gedraaid.
Fig. 47
Om de sluiting los te maken:
Druk de zijkanten van de gesp
naar binnen / druk op de druk-
knop van de gesp terwijl u de
twee gespdelen rustig uit elkaar
trekt.
HeliX
51
2