OVER HET STUURPROGRAMMA
7
Volg de aanwijzingen die op het scherm verschijnen.
• Als de melding [Windows-beveiliging] tijdens de
installatie verschijnt, klikt u op [Dit stuurprogramma toch
installeren] om het installatieproces te vervolgen.
<Voor Windows XP>
• Als de melding [Hardware-installatie] tijdens de installatie
verschijnt, klikt u op [Toch doorgaan] om het
installatieproces te vervolgen.
<Voor Windows 2000>
• Als de melding [Kan digitale handtekening niet vinden]
tijdens de installatie verschijnt, klikt u op de [Ja] knop om het
installatieproces te vervolgen.
50
Du
8
Wanneer de installatie is voltooid, verschijnt de melding [De
installatie is nu gereed.]. Klik op de [Einde] knop om het
proces te voltooien.
Dit apparaat op de computer aansluiten
1
Verbind de stationeenheid met behulp van de bijgeleverde
afstandsbedieningskabels met de bedieningseenheid.
2
Verbind de stationeenheid met een USB-kabel met de
computer en schakel dan de stationeenheid in.
Wanneer dit apparaat de eerste maal op de computer wordt
aangesloten of als de USB-poort van de computer wordt
losgekoppeld en dan opnieuw aangesloten, kan het bericht
[Apparaatstuurprogramma installeren] op het beeldscherm
van de computer verschijnen. In dit geval wacht u gewoon
totdat het bericht [De apparaten zijn gereed voor gebruik]
op het beeldscherm van de computer verschijnt.
<Voor Windows XP>
• Als de computer tijdens het installatieproces de melding
[Mag Windows verbinding met Windows Update
maken om te zoeken naar software?] toont, selecteert u
[Nee, nu niet] en klikt dan op de [Volgende] knop om het
installatieproces te vervolgen.
• Als de computer tijdens de installatie de melding [Wat
moet de wizard doen?] toont, selecteert u [De software
automatisch installeren (aanbevolen)] en klikt dan op de
[Volgende] knop om het installatieproces te vervolgen.