BEDIENING
Stand
• Ga op een stabiele ondergrond staan. Zorg ervoor dat de stoksnoeizaag een
hoek van 60° maakt met de vlakke ondergrond.
• Zaag eerst lagere takken af zodat de takken gemakkelijker vallen.
• Zorg altijd voor een vluchtroute voor het geval een afgezaagde tak in de
richting van de gebruiker valt.
Werkwijze
• Start de motor en knijp de gashendel in tot de zaagketting zijn maximale
snelheid bereikt.
• Duw de zaagketting zachtjes in de tak. Oefen geen grote kracht uit op het
gereedschap, omdat het anders kan worden beschadigd.
• Gebruik nooit de punt van het zaagblad voor het zagen. Als u dit doet, kan
gevaarlijke terugslag optreden, en kan dat leiden tot persoonlijk letsel.
Tips voor het zagen van een dikke tak
Als u een dikke tak wilt zagen, gaat u als volgt te werk:
1.
Maak eerst een kleine inkeping aan de onderkant van de tak op enige
afstand van het punt waar u de tak uiteindelijk wilt afzagen.
2.
Zaag de tak vanaf de bovenkant af, boven deze eerste inkeping.
3.
Maak een tweede kleine inkeping aan de onderkant van de tak op het punt
waar u de tak wilt afzagen.
4.
Zaag de tak vanaf de bovenkant af, boven de tweede inkeping.
ONDERHOUDSINSTRUCTIES
LET OP: Voordat u werkzaamheden uitvoert aan het gereedschap, moet u altijd de motor uitzetten en de bougiekap van de bougie aftrekken
(zie "De bougie controleren").
Draag altijd veiligheidshandschoenen!
Leg het gereedschap altijd op de grond wanneer u het inspecteert of onderhoudt. Als u het gereedschap monteert of instelt terwijl het
rechtop staat, kan ernstig letsel worden veroorzaakt.
Plaats altijd de schede over het zaagblad alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
Om een lange levensduur te garanderen en eventuele schade aan het gereedschap te voorkomen, moeten de volgende
onderhoudswerkzaamheden regelmatig uitgevoerd worden.
Dagelijkse controle en onderhoud
- Controleer het gereedschap voor het gebruik op losse bouten of ontbrekende onderdelen. Let met name goed op of het goedgekeurde
hulpstuk correct op zijn plaats bevestigd is.
- Controleer voor gebruik altijd op verstopping van de koelluchtinlaatopening en de koelribben van de cilinder.
Maak deze plaatsen zo nodig schoon.
- Voer de volgende werkzaamheden dagelijks uit na het gebruik:
• Reinig de buitenkant van het gereedschap en inspecteer op beschadigingen.
• Maak het luchtfilter schoon. Maak het luchtfilter meerdere keren per dag schoon als u onder extreem stoffige omstandigheden werkt.
• Controleer of er voldoende verschil is tussen het stationair toerental en het aangrijptoerental om zeker te zijn dat het hulpstuk stilstaat
wanneer de motor stationair draait (verlaag zo nodig het stationair toerental).
In het geval het gereedschap bij stationair toerental blijft draaien, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum.
- Controleer de werking van de I-O-schakelaar, de uit-vergrendelhendel en de gashendel.
123
2
4
1
3