6.3
Reduceerring inbrengen
Plaats afhankelijk van de freesdiameter d en de
bovenfrees de passende reduceerring in de cen-
treerring. Om veilig te werken dient een zo klein
mogelijke reduceerring te worden ingebracht.
OF 1010 en OF 1400
52 mm ≤ d < 60 mm
40 mm ≤ d < 52 mm
28 mm ≤ d < 40 mm
16 mm ≤ d < 28 mm
d < 16 mm
OF 2200
In reduceerring 473812 moet een van de boven-
genoemde reduceerringen (469881-469885) inge-
bracht worden om de diameter d te verkleinen.
7
Instellingen
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen, elektrische schok-
ken
• Haal vóór alle werkzaamheden aan de machi-
ne altijd de stekker uit het stopcontact.
7.1
Montage van de freesaanslag
Voor freeswerkzaamheden met lineaire voor-
waartse beweging (rechte werkstukken) dient de
freesaanslag te worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel
•Bij toepassing van de OF 2200 kan de free-
saanslag alleen tot freesdiameter d = 70 ge-
bruikt worden.
• Bevestig de freesaanslag met de beide schroe-
ven [13-1] in de boorgaten [12-1], of de boor-
gaten [12-2] indien een grotere afstand tussen
freesgereedschap en freesaanslag vereist is.
Stel hierbij de freesaanslag aan de hand van
de schalen [13-3] en de merkstrepen [13-4] af.
Met de schroeven [14-2] kunt u desgewenst aan
beide kanten de haakse stand van de freesaan-
slag tot het tafeloppervlak bijstellen.
• Open de draaiknop [15-1] van de aandrukinrich-
ting.
• Schuif de aandrukinrichting tot aan de aanslag
in de opening [15-2] van de freesaanslag.
• Sluit de draaiknop [15-1].
469881
469882
469883
469884
469885
7.2
Freesaanslag instellen
Geleiders instellen
De afstand van de beide geleiders van de frees-
aanslag tot de snijwerkbreedte van het freesge-
reedschap dient altijd 2 mm tot 5 mm te bedragen
[16]. Stel de afstand als volgt in:
• Draai de schroeven [17-1] en [174] los.
• Schuif de geleiders [17-2] en [17-3] uit elkaar.
• Breng het freesgereedschap in de gewenste
positie (zie 7.7 Freesgereedschap hoogte instel-
len).
• Verschuif de geleiders [17-2] en [17-3] tot de
afstand ervan tot de snijwerkbreedte van het
freesgereedschap 2 tot 5 mm bedraagt.
• Draai de schroeven [17-1] en [17-4] vast.
Wanneer het instelbereik van een geleider niet
voldoende is:
• Draai de schroeven [14-1] aan beide kanten van
de freesaanslag los.
• Verschuif de geleider tot de gewenste stand.
• Draai de schroeven [14-1] aan beide kanten
vast.
Freesaanslag parallel instellen
Om de gehele freesaanslag in te stellen, bijv. voor
het profi elfrezen, gaat u als volgt te werk:
• Draai de schroeven [18-1] en [18-2] los.
• Verschuif de freesaanslag tot aan de gewenste
maat Y (rand van de snijwerkbreedte tot de ge-
leiders) [16].
Stel de freesaanslag aan de hand van de schalen
[13-3] en de merkstrepen [13-4] af.
• Draai de schroeven [18-1] en [18-2] vast.
Inloopliniaal instellen
Om de inloopliniaal [19-5] tegenover de uitloop-
liniaal [19-1] te verzetten, gaat u als volgt te
werk:
• Draai de schroef [19-2] los.
• Stel eerst met een lijst de uitloop- en de inloop-
lineaal ten opzichte van elkaar af.
• Draai voor het "nullen" alleen aan de schaalring
[19-3].
• Stel de gewenste maat X (rand uitloopliniaal tot
inloopliniaal) in door aan de stelknop [19-4] te
draaien. Eén maatstreep op de schaalring [19-3]
bedraagt 0,1 mm - een hele slag 1 mm.
• Draai de schroef [19-2] vast.
Aandrukinrichting instellen
Stel de aandrukschoenen van de aandrukinrich-
ting zo in, dat het werkstuk goed geleid wordt en
niet naar de zijkant kan uitwijken. De aandruk-
schoenen beschermen het freesgereedschap
41