Filteren; Apparaatbeschrijving; Airless-Proces; Werking Van Het Apparaat - WAGNER Super Finish 23 PLUS Manual De Instrucciones

NL

APPARAATBESCHRIJVING

2.2.2

FILTEREN

Voor een storingsvrije werking is voldoende filtering nodig.
Daarvoor is het apparaat voorzien van een aanzuigfilter (pos. 1)
en een insteekfilter in het spuitpistool (pos.2). Periodieke
controle van deze filters op beschadigingen of vervuiling
wordt dringend aanbevolen.
Een als accessoire verkrijgbaar hogedrukfilter (pos. 3) vergroot
het filteroppervlak en maakt het werken met het apparaat
makkelijker.
1
3
APPARAATBESCHRIJVING
3.1

AIRLESS-PROCES

De voornaamste toepassingsgebieden zijn dikke lagen zeer
viskeus bedekkingsmateriaal.
Bij de Super Finish 23 PLUS zuigt een membraanpomp
het bedekkingsmateriaal aan en transporteert het via de
hogedrukslang naar het spuitpistool met de Airless-spuitkop.
Hier verstuift het bedekkingsmateriaal doordat het met een
druk tot maximaal 25 MPa (250 bar) door de spuitkopopening
wordt geperst. Deze hoge drukken zorgen voor een microfijne
verstuiving van het bedekkingsmateriaal.
De benaming AIRLESS-proces (luchtloos) komt omdat er bij
het verstuiven geen lucht wordt gebruikt.
Deze manier van spuiten heeft het voordeel bij een zeer
fijne verstuiving en toch nevelarme werking (afhankelijk van
de correcte instelling van het apparaat) een glad oppervlak
zonder luchtbellen te bereiken. Naast deze aspecten kunnen
ook de hoge verwerkingsnelheid en de goed hanteerbaarheid
worden genoemd.
40
2
3
Super Finish 23 PLUS
3.2

WERKING VAN HET APPARAAT

Om de werking beter te kunnen begrijpen, wordt hier kort de
technische opbouw beschreven:
Super Finish 23 PLUS is een elektrisch aangedreven hogedruk-
verfspuitapparaat. De elektromotor (1) drijft via een
planeetwieltransmissie (2) de hydraulische pomp aan. Een
zuiger (3) wordt op en neer bewogen waardoor hydraulische
olie onder het membraan (4) wordt gebracht, dat daardoor
gaat bewegen.
In detail: door de neergaande beweging van het membraan
opent automatisch het schotel-inlaatventiel (5) en wordt
bedekkingsmateriaal aangezogen. Bij de opgaande beweging
van het membraan wordt het bedekkingsmateriaal verdrongen
en opent het kogel-uitlaatventiel, terwijl het inlaatventiel is
gesloten.
Het bedekkingsmateriaal stroomt onder hoge druk door
de hogedrukslang naar het spuitpistool en wordt bij het
vrijkomen bij de spuitkop verstoven.
Het drukregelventiel begrenst de ingestelde druk in het
circuit van de hydraulische olie en daarmee ook de druk van
het bedekkingsmateriaal. Een drukverandering bij gebruik
van dezelfde spuitkop heeft ook een verandering van de
hoeveelheid verstoven verf tot gevolg.
5
4
3 2 1