15
Verhelpen van storingen
Storing
Laspistool wordt te
heet
Pistoolschakelaar
reageert niet op het
indrukken
Draadblokkering c.q.
vastbranden van de
draad op de stroom-
tip
Draadaanvoer is
onregelmatig of hele-
maal uitgevallen
Apparaat wordt uitge-
schakeld
- 126 -
Mogelijke oorzaak
Stroomtip is niet goed vastge-
draaid
De wartelmoer van het slangen-
pakket laspistool op de centrale
bus is niet goed vastgedraaid
Onderbreking van de stuurkabel
in het slangenpakket laspistool
Thermobeveiliging is geacti-
veerd
Draadelektrode heeft zich op de
spoel vastgetrokken
Braam aan het begin van de
draad
Verkeerde aandrukkracht op
aanvoereenheid
Laspistool is defect
Geleidebus in de centrale bus
ontbreekt of is vuil
Lasdraadspoel is slecht opge-
wikkeld
Er heeft zich een roestfilm op de
draadelektrode gevormd
Binnenspiraal van het laspistool
is door slijtage van de draad
verstopt
Binnenspiraal van de toorts is
geknikt
Draadrem is te zwaar ingesteld
Toegestane inschakelduur is
overschreden
Gebrekkige koeling van compo-
nenten
Verhelpen van storingen
Oplossing
Controleren
Wartelmoer vastdraaien
Controleren, eventueel vervangen
Apparaat onbelast laten afkoelen
Controleren, eventueel vervangen
Begin van de draad nogmaals
afknippen
volgens bedieningshandleiding
instellen
Controleren, eventueel vervangen
Geleidebuis plaatsen c.q. schoon-
maken
Controleren, eventueel vervangen
Controleren, eventueel vervangen
Laspistool uit het apparaat draai-
en, de stroomtip losmaken van
de toorts en de binnenspiraal met
perslucht uitblazen
Controleren, eventueel vervangen
volgens bedieningshandleiding
instellen
Apparaat onbelast laten afkoelen
Luchtin- en -uitlaat van het appa-
raat controleren
01.10