Visuele Controle Uitvoeren - Dräger X-dock 5300 Instrucciones De Uso

Om de verse-luchtinlaat in te stellen:
1. Verse lucht selecteren.
2. Gewenste instelling selecteren:
pomp - verse-luchtinlaat (standaardinstelling)

perslucht - persluchtinlaat

3. Selectie met OK bevestigen.
In de Expert-instellingen kunnen de volgende instellingen
worden uitgevoerd:
Max. concentratie voor snelle bumptest negeren

Testgedrag bij ontbrekende testgassen instellen

Om de door Dräger aanbevolen max. toelaatbare concentratie
voor de snelle bumptest te negeren:
1. Max. conc. voor BTQ negeren selecteren.
2. Selectievakje activeren
gedeactiveerd).
3. Selectie met OK bevestigen.
Als deze functie wordt geactiveerd, kunnen er voor de snelle
bumptest hogere testgasconcentraties worden gebruikt dan
aanbevolen door Dräger.
WAARSCHUWING
!
Deze functie mag uitsluitend door opgeleid en
competent personeel worden geactiveerd, aangezien
een verkeerd gekozen testgasconcentratie tot een
positief testresultaat
gasmeetinstrument te laat waarschuwt.
Om het testgedrag bij ontbrekende testgassen in te stellen:
1. Bij ontbreken van gas. test afbreken selecteren.
2. Selectievakje activeren (standaardinstelling: geactiveerd).
3. Selectie met OK bevestigen.
Met deze functie kan worden ingesteld, of een test of een
kalibratie ook moet worden uitgevoerd, wanneer een vereist
testgas niet is aangesloten.
WAARSCHUWING
!
Wanneer deze functie is gedeactiveerd, wordt het
betreffende kanaal niet getest resp. gekalibreerd.
Om het testgas voor Pac 7000 OV te selecteren:
1. PAC 7000 OV selecteren.
2. Gewenst testgas uit de lijst selecteren.
U kunt kiezen uit:
ethyleenoxide - EO (standaardinstelling)

koolmonoxide - CO

3. Selectie met OK bevestigen.
Dräger X-dock 5300/6300/6600
(standaardinstelling:
kan leiden, hoewel het
Om de vulstandcontrole van de cilinder in te stellen:
AANWIJZING
i i
De vulstandcontrole is alleen beschikbaar voor
cilinders die via een Dräger artikelnummer werden
geconfigureerd.
1. Vulstandbew. selecteren.
2. Controlevakje Vulstandbew. activeren of deactiveren.
3. Selectie met OK bevestigen.
Om de vulstandcontrole van de cilinder voor een nieuwe
testgascilinder te resetten:
1. Nieuwe testgascilinder
testgasaansluiting.
2. > Gasconfiguratie selecteren.
3. Gewenste testgasingang selecteren.
4. Meer keuzemogelijkheden selecteren en
om de vulstandcontrole van de cilinder te resetten.
5 Gebruik
WAARSCHUWING
!
Een defecte drukregelaar op de testgascilinder kan tot
een verhoogde druk in het station leiden. Daardoor
kunnen de testgasslangen losraken en kan er testgas
ontwijken.
Gevaar voor de gezondheid! Testgas niet inademen.
Volg de gevaarinstructies
veiligheidsinformatiebladen op. Zorg voor afvoer naar
de buitenlucht of naar een afzuiging.
AANWIJZING
i i
Om verlies van testgas te voorkomen adviseert Dräger
de testgascilinders af te sluiten als het station voor
langere tijd zonder toezicht is.
Instrument- en kanaalfouten kunnen ertoe leiden dat
kalibratie niet mogelijk is.
5.1

Visuele controle uitvoeren

Een visuele controle van de gasmeetinstrumenten dient elke keer
te worden uitgevoerd voordat deze in het station worden geplaatst.
1. Controleren of de behuizing, de externe filters en de
typeplaatjes intact zijn.
2. Contactpunten van de accu en sensoringangen op
verontreiniging controleren.
AANWIJZING
i i
Instrumenten die de visuele controle niet hebben
doorstaan, mogen niet in het station worden geplaatst.
Anders kan de volledige beoordeling van de test niet
correct worden uitgevoerd.
Gebruik
aansluiten op de
selecteren,
van de betreffende
87