Visuele Controle Uitvoeren; Zelftest Van Station - Dräger X-dock 5300 Instrucciones De Uso

Gebruik
WAARSCHUWING
!
Wanneer deze functie is gedeactiveerd, wordt het
betreffende kanaal niet getest resp. gekalibreerd.
Om de vulstandcontrole van de cilinder in te stellen:
AANWIJZING
i i
De vulstandcontrole is alleen beschikbaar voor
cilinders die via een Dräger artikelnummer werden
geconfigureerd.
1. Vulstandbew. selecteren.
2. Controlevakje Vulstandbew. activeren of deactiveren.
3. Selectie met OK bevestigen.
Om de vulstandcontrole van de cilinder voor een nieuwe
testgascilinder te resetten:
1. Nieuwe testgascilinder
testgasaansluiting.
> Gasconfiguratie selecteren.
2.
3. Gewenste testgasingang selecteren.
4. Meer keuzemogelijkheden selecteren en
om de vulstandcontrole van de cilinder te resetten.
5 Gebruik
WAARSCHUWING
!
Een defecte drukregelaar op de testgascilinder kan tot
een verhoogde druk in het station leiden. Daardoor
kunnen de testgasslangen losraken en kan er testgas
ontwijken.
Gevaar voor de gezondheid! Testgas niet inademen.
Volg de gevaarinstructies
veiligheidsinformatiebladen op. Zorg voor afvoer naar
de buitenlucht of naar een afzuiging.
AANWIJZING
i i
Om verlies van testgas te voorkomen adviseert Dräger
de testgascilinders af te sluiten als het station voor
langere tijd zonder toezicht is.
Instrument- en kanaalfouten kunnen ertoe leiden dat
kalibratie niet mogelijk is.
Dräger adviseert
ademluchtcilinder op de persluchtinlaat, altijd alle
modules van gasmeetinstrumenten te voorzien,
voordat een test wordt gestart. Is dat niet het geval,
raakt de ademluchtcilinder bovengemiddeld snel leeg.
5.1

Visuele controle uitvoeren

Een visuele controle van de gasmeetinstrumenten dient elke keer
te worden uitgevoerd voordat deze in het station worden geplaatst.
1. Controleren of de behuizing, de externe filters en de
typeplaatjes intact zijn.
106
aansluiten op
selecteren,
van de betreffende
om, bij gebruik van
2. Behuizing, alarmelementen (LED-venster, claxonopening),
sensoringangen en evt. batterijcontacten op vervuiling en
beschadiging controleren en zo nodig reinigen, of door
Service van Dräger laten controleren.
AANWIJZING
i i
Instrumenten die de visuele controle niet hebben
doorstaan, mogen niet in het station worden geplaatst.
Anders kan de volledige beoordeling van de test niet
correct worden uitgevoerd.
5.2 Gasmeetinstrument in module plaatsen
of verwijderen
de
Om het gasmeetinstrument in de module te plaatsen:
1. Evt. vergrendeling iets naar boven drukken en de
moduleklep naar boven openen.
2. Gasmeetinstrument in de betreffende module plaatsen.
Het gasmeetinstrument dient daarbij een temperatuur van
>0 °C te hebben.
3. Moduleklep sluiten en erop letten dat deze aan beide
kanten vastklikt.
Het gasmeetinstrument wordt automatisch herkend.
Alleen bij X-am 125+/8000+ module met oplaadfunctie:

Na het plaatsen van het gasmeetinstrument wordt de

laadstatus ca. 5 seconden aangegeven via de
laadstatus-LED.
De oplaadfunctie start automatisch ca. 15 minuten na

een
de laatste test.
Om het gasmeetinstrument uit de module te verwijderen:
1. Vergrendeling iets naar boven drukken en de moduleklep
naar boven openen.
2. Gasmeetinstrument verwijderen.
5.3

Zelftest van station

Er wordt een zelftest uitgevoerd:
Bij de start van het station.

Wanneer de laatste succesvolle zelftest langer dan 24 uur

is geleden en een test wordt uitgevoerd.
2
1
00233286.eps
Dräger X-dock 5300/6300/6600