► Gebruik het product niet meer wanneer huidirritaties optreden.
VOORZICHTIG
Verkeerd of te strak aanbrengen
Lokale drukverschijnselen en afknellen van bloedvaten en zenuwen door
verkeerd of te strak aanbrengen
► Zorg ervoor dat de orthese correct wordt aangebracht en goed op zijn
plaats komt te zitten.
LET OP
Gebruik van een versleten of beschadigd product
Beperkte werking
► Controleer het product telkens voor gebruik op functionaliteit, slijtage
en beschadigingen.
► Een product dat niet meer functioneel is of versleten of beschadigd is,
mag u niet langer gebruiken.
>
De patiënt staat of zit.
>
Open de klittenbandsluiting aan één kant van de orthese.
1) Plaats het binnenste deel van de orthese van voren tegen de hals (zie
afb. 4).
2) Plaats het buitenste deel van de orthese van achteren tegen de nek.
→ De kin ligt in de uitsparing.
3) Sluit de klittenbandsluiting weer (zie afb. 5).
5 Reiniging
LET OP
Gebruik van verkeerde reinigingsmiddelen
Beschadiging van het product door verkeerde reinigingsmiddelen
► Reinig het product uitsluitend met de toegestane reinigingsmiddelen.
Reinig de orthese regelmatig:
1) Sluit alle klittenbandsluitingen.
2) Was de orthese op de hand met een normaal fijnwasmiddel op 30 °C.
3) Spoel de orthese goed uit.
4) Laat hem aan de lucht drogen. Vermijd blootstelling aan directe hitte
(bijv. zonnestraling of de hitte van een kachel of radiator).
36