asbesthoudend materiaal worden bewerkt.
De gebruiker is aansprakelijk voor schade
en letsel bij gebruik dat niet volgens de
voorschriften plaatsvindt.
5
Veiligheidsvoorschriften
-
Lees vóór het in gebruik nemen van de
machine de gebruiksaanwijzing en de
bijgevoegde veiligheidsinstructies aan-
dachtig en volledig door.
-
Bewaar zorgvuldig alle bijgevoegde docu-
menten en geef de machine alleen samen
met deze documenten door.
5.1 M a c h i n e s p e c i f i e k e
veiligheidsvoorschriften
-
Vervormde zaagbladen of zaagbladen
met barstjes en met stompe of defecte
snijvlakken mogen niet worden gebruikt.
-
Het hoogste toerental dat op het ger-
eedschap is aangegeven dient te worden
aangehouden.
-
Het gereedschap dient geschikt te zijn
voor het te bewerken materiaal.
-
Zaagbladen van hooggelegeerd snel-
draaistaal (HSS-staal) mogen niet wor-
den toegepast.
-
De gereedschappen moeten in een ges-
chikte houder vervoerd en bewaard wor-
den;
-
Draag
een
veiligheidsuitrusting: gehoorbescherming
teneinde minder risico te lopen hardhorig
te worden, veiligheidsbril, zuurstofmask-
er ter vermindering van het risico stoffen
in te ademen die schadelijk zijn voor de
gezondheid, veiligheidshandschoenen bij
het hanteren van gereedschap en hard
materiaal.
-
Er mag alleen gereedschap worden ge-
bruikt dat in overeenstemming is met de
norm EN 847-1.
-
Alvorens gereedschap te wisselen of stor-
ingen te verhelpen, zoals bijv. het ver-
wijderen van ingeklemde splinters, dient
de stekker uit het stopcontact te worden
gehaald.
-
Bij het zagen van hout dient de machine
volgens EN 60335-2-69, stofklasse M, aan
een afzuigapparaat te worden aangeslo-
ten.
48
geschikte
persoonlijke
-
Om de geluidsontwikkeling te mini-
maliseren, moet het gereedschap aange-
scherpt zijn, en dienen alle elementen om
het lawaai tegen te gaan (afdekkingen,
etc.) volgens de regels te zijn ingesteld.
-
De machine mag alleen worden gebruikt
wanneer alle veiligheidsinrichtingen zich
in de juiste positie bevinden en indien de
machine in goede toestand verkeert en
volgens voorschrift is onderhouden.
-
Indien er fouten bij de machine, inclusief
de scheidende veiligheidsinrichtingen, of
bij het gereedschap worden vastgesteld,
dient het onderhoudspersoneel hiervan
onmiddellijk op de hoogte te worden ge-
bracht. De machine mag pas weer in ge-
bruik worden genomen nadat de fouten
zijn verholpen.
-
Het maken van sponningen of groeven
is alleen met een geschikte veiligheids-
voorziening, bijv. een tunnelveiligheids-
voorziening over de zaagtafel heen,
toegestaan.
-
Cirkelzagen mogen niet voor het maken
van uitsparingen (groeven in het werk-
stuk) gebruikt worden.
-
De bovenste beschermkap mag niet als
handgreep voor het transport gebruikt
worden!
-
Bij het transport van de machine dient
de bovenste beschermkap het bovendeel
van het zaagblad af te dekken.
-
Lange werkstukken dienen door een ge-
schikte technische voorziening zo te wor-
den ondersteund dat ze loodrecht liggen.
-
De arbeidsruimte en werkplek dienen vol-
doende verlicht te zijn.
-
Het bedieningspersoneel dient voldoende
geschoold te zijn op het gebied van het
gebruik, de instellingen en de bediening
van de machine.
5.2 Emissiewaarden
De geluidsmetingen zijn conform de ge-
gevens van EN 61029 uitgevoerd. De infor-
matie is zowel van toepassing bij gebruik
van de machine als trekzaag als tafelcirkel-
zaag.
Geluidsvermogenniveau
Geluidsvermogen-onbelast
toerental
91 dB(A)