Instructies voor het gebruik
8.3
Opslaan van verse levensmiddelen
De beste mogelijkheid om de waardevermindering en het bederven van
levensmiddelen te voorkomen, zijn lage opslagtemperaturen, omdat ze de chemi-
sche en biologische verandering van levensmiddelen aanzienlijk vertragen. Door de
opslag bij een in de volgende tabel aangegeven temperatuur behouden de levens-
middelen hun oorspronkelijke versheid (smaak, kleur, vitaminegehalte, voedings-
waarde):
Levensmiddel
Boter en kwark
Rund- en schapenvlees
Kalfs- en varkensvlees
Wild en gevogelte
Forel
Zeelt en karper
Groenten
Bessen
Overig fruit
Vruchtengebak en -vlaai
Gebak van droog gist en roerdeeg
Vruchtenijs en ingevroren fruitsap
Andere ijssoorten
Ingevroren of diepgevroren visproducten
Andere diepgevroren levensmiddelen
Boter en andere diepgevroren vetstoffen
Ingewanden, eieren zonder schaal, gesneden vleeswaren en
diepgevroren wild
Diepgevroren vlees
Alle andere diepgevroren levensmiddelen
186
Frigo
Opslag-
temperatuur
+8 °C – +10 °C
+4 °C
+4 °C
+4 °C
0 °C – +2 °C
0 °C – +2 °C
+10 °C
+10 °C
+10 °C
+4 °C – +6 °C
+4 °C – +6 °C
–10 °C
–15 °C
–18 °C
–18 °C
–10 °C
–10 °C
–10 °C
–10 °C
NL