Sundstrom SR 700 Instrucciones De Uso página 64

Halfgelaatsmasker SR 900:
• Monteer de slang tussen halfgelaatsmasker SR 900
en ventilator SR 700. Afb. 16, 17.
• Controleer of de slang stevig vastzit.
d) Deeltjesfilters
Er moeten altijd twee filters tegelijk worden gebruikt.
• Controleer of de pakkingen in de filteraansluiting van
de ventilatoreenheid op hun plaats zitten en in goede
staat zijn. Fig. 18.
• Bij gebruik van deeltjesfilter SR 510 moet u deze op
de filteradapter klikken zonder op het midden van
het filter te drukken.
• Schroef het filter zo ver in de filteraansluiting dat de
adapter contact maakt met de pakking. Draai het
vervolgens nog 1/8 slag verder aan om zeker te zijn
van een goede afdichting. Fig. 19.
e) Voorfilters SR 221
• Monteer de voorfilters. Fig. 20, 21.
f) Plugkit
Met de plugkit wordt de ventilator schoongemaakt of
ontsmet en wordt verhinderd dat vuil en water in de
ventilatorbehuizing komen.
Maak de ademhalingsslang en de filters los en installeer
de plugs. Fig. 35.
3.6 Werking/functionering
Display
Fig. 22.
a) Batterijsymbool dat geel oplicht wanneer de
batterijcapaciteit laag is.
b) Driehoek die rood oplicht wanneer de luchtstroom
stopt of de filters verstopt zijn.
c) Klein ventilatorsymbool dat groen oplicht tijdens
normaal bedrijf.
d) Groter ventilatorsymbool dat groen oplicht tijdens
verhoogd bedrijf.
Waarschuwingssysteem/alarmsignalen
• Bij obstructies van de luchtstroom
• Er zal een pulserend geluidssignaal klinken.
• De rode waarschuwingsdriehoek op het display
zal knipperen.
Actie: Onderbreek de werkzaamheden onmiddellijk,
verlaat het gebied en inspecteer de apparatuur.
• Als de deeltjesfilters verstopt zijn
• Er klinkt een aanhoudend geluidssignaal
gedurende vijf seconden.
• De rode waarschuwingsdriehoek op het display
zal knipperen.
De waarschuwingsdriehoek zal continu knipperen,
terwijl het geluidssignaal zal worden herhaald met
tussenpozen van 80 seconden.
Actie: Onderbreek de werkzaamheden onmiddellijk,
verlaat het gebied en vervang het filter.
• Als de batterijcapaciteit minder dan 5%
bedraagt
• Een geluidssignaal zal twee keer worden
herhaald met een interval van twee seconden.
• Het gele batterijsymbool op het display zal
knipperen.
64
Het batterijsymbool zal continu knipperen, terwijl de
andere signalen zullen worden herhaald met
tussenpozen van 30 seconden, tot het nog ongeveer
1 minuut zal duren voordat de batterij helemaal
ontladen zal zijn. Het geluidssignaal verandert hierna
in een onderbroken geluidssignaal.
Actie: Onderbreek de werkzaamheden onmiddellijk,
verlaat het gebied en vervang/laad de batterij.
Starten/uitschakelen
• Start de ventilator door de bedieningsknop eenmaal
in te drukken. Fig. 23.
De symbolen op het display zullen oplichten en er zal
een geluidssignaal klinken. De ventilator start in de
normale bedrijfsmodus (175 l/min). Fig. 24.
• Schakel met behulp van de bedieningsknop tussen
de normale en de verhoogde bedrijfsmodus (225 l/
min).
• Om de ventilatoreenheid uit te schakelen, houdt u de
bedieningsknop ongeveer twee seconden
ingedrukt.
3.7 Werkingstest
Voordat de ventilatoreenheid wordt gebruikt, moet er
altijd een werkingstest worden uitgevoerd.
Het minimale debiet (MMDF) controleren
• Controleer of de ventilatoreenheid compleet, correct
gemonteerd en volledig schoon en onbeschadigd is.
• Start de ventilatoreenheid.
• SR 550 en SR 951 PU ademhalingsluchtslang:
Plaats de hoofdkap in de debietmeter en pak het
onderste deel van de tas vast om een afdichting
rond de ademhalingsluchtslang te vormen.
• Ademhalingsslang van rubber (SR 551) en PU
(SR 952):
Plaats de hoofdkap in de debietmeter en pak het
onderste deel van de tas vast om een afdichting te
vormen rond de bovenste bevestiging van de
ademhalingsluchtslang. (Bevestiging wordt getoond
in Fig. 15). NB Pak de rubberen slang zelf niet
vast, omdat de luchtstroom hierdoor kan
worden belemmerd of geen goede afdichting
kan worden verkregen. Fig. 25.
• Houd met de andere hand de buis van de
debietmeter vast, zodat de buis vanuit de tas recht
omhoog steekt. Fig. 26.
• Lees de positie van de kogel in de buis af. De kogel
moet zich op of in de buurt van de markering voor
175 l/min op de buis bevinden. Fig. 27.
Als het minimumdebiet niet wordt behaald,
controleer dan of
- de debietmeter rechtop wordt gehouden;
- de kogel vrij beweegt;
- de tas een goede afdichting rond de slang vormt.
De alarmen controleren
De apparatuur zal een waarschuwing genereren
wanneer de luchtstroom wordt belemmerd.
• Blokkeer de luchtstroom door het bovenste deel van
de tas vast te pakken of door de uitlaat van de
debietmeter af te sluiten. Fig. 28.
• De ventilatoreenheid moet nu een alarm genereren
met geluids- en lichtsignalen.
• Wanneer de lucht weer kan stromen, zullen de
alarmsignalen na 10-15 seconden automatisch
ophouden.