8. Montage du clignotant
Le clignotant doit être monté dans un endroit clairement visible
sur une colonne de la porte. La connexion électrique est indi-
quée dans le schéma des connexions (page 41, pos. 13 et 14).
8.
9. Montage d'organes de commande sup
plémentaires
Le bouton-poussoir à clé, bouton-poussoir intérieur ou la serr-
ure de codage doivent être appliqués de telle manière que la
zone de mouvement de la porte soit clairement visible.
La connexion électrique est indiquée dans le schéma des con-
nexions (page 41, pos. 21 et 22).
10. Raccordement de barrières
lumineuses
Les barrières lumineuses doivent être montées à une hauteur
de 40 cm devant et derrière la porte. Si un objet se trouve dans
la zone de saisie, la fermeture n'a pas lieu. La connexion élec-
trique est indiquée dans le schéma des connexions (page 41,
pos. 17, 18, 19 et 20)
Remarque: toute barrière photoélectrique courante de 24 V (
peut être utilisée!
36
8. Montage van het knipperlicht
Het knipperlicht op een goed zichtbare plaats op een kolom van
de poort monteren. Voor de elektrische aansluiting wordt verwe-
zen naar het aansluitschema (blz. 41, pos. 13 en 14).
8.
9. Montage van de optionele bedieningse
le menten
Schakelaar met sleutel, binnenschakelaar of codeerslot aan-
brengen zodat u goed zicht hebt op het bewegingsgebied van
de poort.
Voor de elektrische aansluiting wordt verwezen naar het aans-
luitschema (blz. 41, pos. 21 en 22).
10. Aansluiting van lichtgordijnen
Lichtgordijnen moeten voor en achter de poort op een hoogte
van 40 cm worden gemonteerd. Als er zich een voorwerp bin-
nen het detectiegebied bevindt, wordt het sluitproces niet uitge-
voerd. Voor de elektrische aansluiting wordt verwezen naar het
aansluitschema (blz. 41, pos. 17,18,19 en 20).
Aanwijzing: Elk in de handel verkrijgbare 24 V ~ lichtgordijn
kan worden gebruikt !