1.
RICHTLIJNEN
Lees deze gebruiksvoorschriften met aandacht, alvorens de pomp in
werking te stellen. Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen
(waaronder kinderen) met beperkte lichamelijke, sensoriële of mentale vermogens, of
die onvoldoende ervaring of kennis ervan hebben, tenzij zij bij het gebruik van het
apparaat onder toezicht staan van of geïnstrueerd worden door iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten in het oog gehouden worden
om erop toe te zien dat ze niet met het apparaat spelen. (EN 60335-1: 02).
De pomp kan niet gebruikt worden voor het pompen van zout water,
ontvlambare, bijtende of explosieve vloeistoffen
oplosmiddelen), vetten, oliën of voedingsmiddelen.
De pomp moet tijdens het bedrijf voldoende ondergedompeld zijn.
Zorg voor een beveiliging tegen het ontbreken van water, om het risico voor
droog bedrijf te vermijden (elektronische besturingseenheden ES..M – ES..T).
Alvorens tot installatie over te gaan, zand en andere vaste deeltjes uit de put
verwijderen.
De voedingskabel mag in geen geval gebruikt worden om de pomp te
transporteren of in de put te laten zakken. De pomp in de put laten zakken door middel
van een koord.
Kies een voedingskabel die de juiste doorsnede heeft ten opzichte van de lengte,
om spanningverlies te voorkomen.
De aansluitingen van de kabels die zich onder water bevinden moeten een
gevulkaniseerde verbinding hebben, die een hermetische afdichting garandeert.
Zorg voor een degelijke aarding.
De netspanning moet overeenkomen met de spanning die is aangegeven op het
motorplaatje.
De aansluiting op het net moet tot stand worden gebracht via een meerpolige
schakelaar met een afstand van de contacten van tenminste 3 mm. Installeer een
differentiaalschakelaar met hoge gevoeligheid (0,03 A) als extra beveiliging.
Eenfase motoren moeten op het net worden aangesloten via de Control Box 4"
– Control Sub besturingseenheid, die voorzien is van een stroombeveiliging die de
motor beschermt tegen te hoge stroom. Driefasemotoren moeten beschermd worden
met een geschikte motorbeveiliging.
NEDERLANDS
21
(b.v.
petrolium, benzine,