Monteren
•
Plaats de beschermkap (2) op de behuizing.
Let erop dat de uitsparing van de beschermkap
goed over de rand van de behuizing valt.
•
Leg de bevestigingsring (7+12) op de
beschermkap, zodat de ringgaten op de
schroefgaten liggen.
•
Bevestig de beschermkap en bevestigingsring
met behulp van de 4 schroeven en veerringen
(8).
•
De gesloten zijde van de beschermkap moet
altijd naar de bediener toe wijzen.
Zorg ervoor dat de schroeven goed
vast gedraaid worden. Controleer
regelmatig of de schroeven nog goed
vastzitten.
Demonteren
•
De flensmoer losdraaien en de slijpschijf met
onderste flens van de spindel verwijderen.
•
De 4 schroeven (incl. veerringen) verwijderen
en de vervolgens de bevestigingsring
wegnemen.
•
Pak de beschermkap van de machine.
•
Monteren van de slijpschijf
Fig. 3
Gebruik slijpschijven van de juiste maat. Gebruik
uitsluitend vezelversterkte slijpschijven. De slijp-
schijf mag niet met de rand van de beschermkap
in contact komen.
Neem de stekker uit het stopcontact.
•
Druk het spindelslot (Fig. 1 - 5) in en draai aan
de spindel (6) tot deze in het slot valt. Houd het
spindelslot ingedrukt zolang u deze procedure
volgt.
•
Verwijder de flensmoer (10) van de spindel met
behulp van de spansleutel (11). Draai de moer
los tegen de wijzers van de klok in.
•
Plaats de slijpschijf op de flens (9).
•
Schroef de flensmoer weer op de spindel en
draai hem vast met behulp van de spansleutel.
•
Laat het spindelslot los en controleer of de
vergrendeling is opgeheven door aan de
spindel te draaien.
Ferm
Monteren van dunne slijpschijven en
afbraamschijven
Afb. 4 en 5 laten zien hoe de flens (10)
gemonteerd dient te worden bij dikke (4 - 8 mm)
en dunne (2,5 - 4 mm) schijven.
4. BEDIENING
Neem altijd de veiligheidsinstructies in
acht en houd u aan de geldende
voorschriften.
Aandachtspunten voor het inschakelen
•
Klem het werkstuk vast of zorg ervoor dat het
tijdens de werkzaamheden niet onder de
machine kan wegglijden.
•
Houd het netsnoer altijd uit de buurt van
bewegende delen.
•
Houd de machine los van het werkstuk
wanneer u de machine in- of uitschakelt. De
slijpschijf kan het werkstuk beschadigen.
•
Laat de machine volledig op toeren komen
voordat u de machine gebruikt.
Gebruik de machine niet voor het slijpen
van magnesium werkstukken.
Inschakelen
•
Schuif de AAN/UIT schakelaar naar voren.
•
De machine schakelt in en blijft ingeschakeld
wanneer u de schakelaar loslaat.
Uitschakelen
•
Druk op de AAN/UIT schakelaar. Deze springt
hierdoor automatisch in de UIT-positie.
•
De machine zal nog enige tijd doordraaien
nadat de machine is uitgeschakeld.
Leg de machine pas neer wanneer de
motor volledig is uitgedraaid.
Werken met de machine
•
Houd de machine stevig vast en druk deze
tegen het werkstuk aan. Beweeg de slijpschijf
gelijkmatig over het werkstuk.
•
Beweeg de machine tijdens het afbramen on der
een hoek van 30º - 40º over het werkstuk (Fig. 6).
Gebruik nooit doorslijpschijven voor
afbraamwerkzaamheden!
NL
15