van de kookplaat. Ze kunnen ongevallen
veroorzaken, bv. wegens oververhitting,
ontsteking of loskomen van
materiaaldeeltjes.
Dit toestel kan worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en door personen met
beperkte fysieke, sensorische of geestelijke
vermogens of personen die gebrek aan
kennis of ervaring hebben, wanneer zij
onder toezicht staan van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of
geleerd hebben het op een veilige manier
te gebruiken en zich bewust zijn van de
risico's die het gebruik van het toestel met
zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en onderhoud van het
toestel mogen niet worden uitgevoerd door
kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en
onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of
de aansluitkabel.
Deflagratiegevaar!
Ophoping van onverbrand gas in een
afgesloten ruimte veroorzaakt
deflagratiegevaar. Stel het apparaat niet
bloot aan luchtstromen. De branders
zouden kunnen uitgaan. Lees de
aanwijzingen en waarschuwingen omtrent
de werking van gasbranders aandachtig
door.
Risico op vergiftiging!
Het gebruik van een gaskookapparaat
veroorzaakt warmte, vocht en
verbrandingsproducten in de ruimte waar
het geïnstalleerd is. Zorg voor een goede
ventilatie in de keuken, met name wanneer
kookplaat aan staat: laat de natuurlijke
ventilatieopeningen open of installeer een
voorziening voor mechanische ventilatie
(afzuigkap). Bij intensief en langdurig
gebruik van het apparaat kan extra of
doeltreffendere ventilatie nodig zijn: zet een
raam open of verhoog het vermogen van de
mechanische ventilatie.
Gevaar voor brandwonden!
De kookzones en nabijgelegen zones
■
worden zeer heet. Raak de hete
oppervlakken nooit aan. Houd kinderen
jonger dan 8 jaar uit de buurt.
Wanneer de fles voor vloeibaar gas niet
■
Risico van verbranding!
loodrecht staat, kan het vloeibare
propaan/butaan/ in het apparaat
terechtkomen. Er kunnen dan heftige
36
steekvlammen bij de branders optreden.
Onderdelen kunnen beschadigd raken en
in de loop van de tijd ondicht worden,
waardoor er op een ongecontroleerde
manier gas ontsnapt. Deze beide
oorzaken kunnen leiden tot
verbrandingen. Flessen voor vloeibaar gas
altijd in een loodrechte stand houden.
Indien de restwarmte-indicator niet werkt,
■
Gevaar voor brandwonden!
sluit dan de kookzone af en waarschuw de
Technische dienst.
Brandgevaar!
De kookzones worden zeer heet. Leg
■
nooit ontvlambare voorwerpen op de
kookplaat. Bewaar geen voorwerpen op
de kookplaat.
Sla geen corrosieve chemische
■
Brandgevaar!
producten, stoom, ontvlambare materialen
of niet-voedingsmiddelen op onder dit
huishoudelijk apparaat of in de buurt
daarvan.
Oververhit vet of olie vat gemakkelijk vlam.
Brandgevaar!
■
Ga nooit weg terwijl u vet of olie verhit.
Indien dit vlam vat, doof het vuur dan niet
met water. Doe een deksel op de pan om
het vuur te doven en zet de kookzone uit.
Risico op verwonding!
Pannen die beschadigd zijn, een
■
ongeschikte afmeting hebben, buiten de
randen van de kookplaat uitkomen of niet
goed geplaatst zijn kunnen ernstig letsel
veroorzaken. Neem de tips en
waarschuwingen omtrent pannen in acht.
Sluit bij storing de stroom- en gastoevoer
Risico op verwonding!
■
van het apparaat af. Bel voor de reparatie
onze Technische Dienst.
Manipuleer de binnenzijde van het
Risico op verwonding!
■
apparaat niet. Bel indien nodig onze
Technische Dienst.
Indien een van de knoppen niet kan
■
Risico op verwonding!
worden gedraaid, forceer deze niet. Bel
onmiddellijk met de Technische dienst
voor reparatie of vervanging daarvan.
Gevaar voor elektrische schokken!
Gebruik geen stoomreinigers om het
■
apparaat te reinigen.
Barsten of breuken in het glas brengen
Gevaar voor elektrische schokken!
■
gevaar voor elektrocutie met zich mee.
Schakel de zekering in de zekeringkast
uit. Neem contact op met de technische
dienst