Inbouwvoorschriften
Instructies voor instelbare stoelpoten / stoelconsoles
Bij het gebruik van instelbare stoelpoten of stoelconsoles (bijv. met hoogte-instelling, lengte-
instelling, draaivoorziening) moet bij het inbouwen bíjkomend worden gewaarborgd dat in alle
mogelijke instelposities geen klem- of afknelpunten kunnen optreden tussen de verende
bootstoel met de veerafdekking en de stoelpoot / stoelconsole en de bodem.
Inbouwstappen
1 Minimale hoogte van de stoelpoot / stoelconsole bepalen.
A.u.b. instructies voor instelbare stoelpoten / stoelconsoles in acht nemen.
2 Schroefafmetingen naar de stoelpoot / stoelconsole* of het schroefoppervlak in de boot
overdragen.
3 Vier gaten voor M8 bevestigingsschroeven in de stoelpoot / stoelconsole* of in het
schroefoppervlak in de boot boren.
4 Schroeflengte van de bevestigingsschroeven bepalen.
De sterkte van de bevestigingsschroeven moet zo worden gekozen dat een
veilige schroefverbinding mogelijk is.
5 Bootstoel aan de vier bevestigingspunten van de stoelpoot / stoelconsole* of het
schroefoppervlak in de boot vastschroeven.
De borging van de schroeven en de bepaling van het aandraaimoment van de
bevestigingsschroeven hoort tot de verantwoordelijkheid van de fabrikant van
de boot.
Bij het gebruik van een bijkomend borgelement tegen het losdraaien van de
schroeven (in overeenstemming met VDI 2230) moet bij de bepaling van de
schroeflengte rekening worden gehouden met de dikte van de bijkomende
borgelementen.
* indien aanwezig
82
NL