Soms wordt de precieze bepaling van het doelwit bemoeilijkt door de slingerrichting. Om het doelwit
preciezer te kunnen bepalen, kunt u proberen de richting van de slingerbeweging te veranderen.
Volg de volgende stappen om het doelwit te bepalen.
1. Wanneer de detector een begraven doelwit ontdekt, blijf de zoekspoel dan over het doel
bewegen met steeds kleinere zijdelingse slingerbewegingen.
2. Markeer de exacte plek op de grond waar de detector een geluidssignaal geeft.
3. Houd de zoekspoel onmiddellijk stil boven deze plek. Beweeg de zoekspoel vervolgens in een
voorwaartse beweging van u vandaan en keer dan terug. Herhaal dit een aantal keren.
Markeer terug de exacte plek waar de detector een geluidssignaal laat horen.
4. Herhaal stappen 1 tot en met 3 nu in een hoek van 90° ten opzichte van de oorspronkelijke
zoekrichting, waardoor u een patroon in de vorm van een X beschrijft. Het doelwit zal zich
onmiddellijk onder de X bevinden daar waar het signaal het luidst klinkt [U].
Opmerkingen:
•
Indien een plek zoveel afval bevat dat dit aanleiding geeft tot misleidende signalen, vertraag en
verkort dan de slingerbewegingen.
•
Recent begraven muntstukken kunnen anders reageren dan reeds langer begraven muntstukken
omwille van de oxidatie bij deze laatste.
•
Bepaalde soorten spijkers, schroeven, bouten en andere ijzeren voorwerpen (zoals oude
flesdoppen) oxideren en creëren een "kringlicht"-effect. Dit "kringlicht"-effect wordt veroorzaakt
door een mengeling van natuurlijke stoffen in de grond en van de oxidatie van verschillende
metalen. Door deze mengeling van metalen kan het voorkomen dat signalen niet op een 'vaste'
plaats weerklinken. Dit effect maakt het dan ook bijzonder moeilijk om dergelijke voorwerpen
precies te situeren. (Zie "De detector fijnafstellen").
7. Zorg en onderhoud
Maak de detector af en toe schoon met een vochtige doek zodat hij er nieuw blijft uitzien.
Gebruik geen bijtende chemische producten, reinigingsoplossingen of sterke detergenten
om de detector te reinigen.
•
Wijziging van of geknoei met interne onderdelen van de detector kunnen een slechte werking
van de detector veroorzaken en het recht op garantie doen vervallen.
•
De meegeleverde zoekspoel is waterdicht en kan gedompeld worden in zowel zoet als zout
water. Zorg ervoor dat er geen water in de behuizing van de detector komt. Indien u de
zoekspoel gebruikt in zout water, dient u de zoekspoel achteraf te reinigen met zoet water om
corrosie van de metalen onderdelen tegen te gaan.
8. Storingen verhelpen
Indien uw detector niet naar behoren functioneert, volg dan onderstaande suggesties om de
problemen te verhelpen.
PROBLEEM
De detector toont of laat een
verkeerd signaal horen
Wanneer de detector het
doelwit ontdekt, toont de
detector niet de juiste
metaalsoort op het scherm,
of laat hij meer dan een
soort toon horen.
06/09/2011
CS150N
Misschien beweegt u de zoekspoel te snel of niet in de juiste positie.
Maak tragere slingerbewegingen en houd de zoekspoel in de juiste
positie. Zie "De detector testen en gebruiken" en "Het doelwit
bepalen".
De detector kan valse signalen geven als hij geoxideerde metalen
vindt. Probeer het doelwit vanuit verschillende zoekhoeken (zie "Het
doelwit bepalen") nader te bepalen. Indien de detector niet elke keer
hetzelfde signaal toont en laat horen, dan bestaat het doelwit
waarschijnlijk uit zeer zwaar geoxideerd metaal.
Er kunnen zich meerdere doelwitten bevinden op de plek die u
doorzoekt.
Het doelwit kan gemaakt zijn uit een metaal dat de detector niet
kent.
Indien het doelwit erg geoxideerd is, kan het gebeuren dat de
detector niet de juiste metaalsoort weergeeft. Dit is geen foutieve
werking van de detector.
14
SUGGESTIE
© Velleman nv