Inhoud
2. Plaats ...............................................................................................................57
1. Veiligheidsvoorschriften
Lees alle "Veiligheidsvoorschriften" voordat u het apparaat
installeert.
Stel de aanleverende instantie op de hoogte of vraag om toestem-
ming voordat u dit systeem aansluit op het elektriciteitsnet.
Waarschuwing:
Beschrijft maatregelen die genomen moeten worden om het risico van ver-
wonding of dood van de gebruiker te voorkomen.
Voorzichtig:
Beschrijft maatregelen die genomen moeten worden om schade aan het ap-
paraat te voorkomen.
Waarschuwing:
• Vraag de dealer of een erkende installateur om het apparaat te installeren.
• Voor installatiewerkzaamheden volgt u de instructies in de installatie-
handleiding en gebruikt u gereedschap en pijpmateriaal dat speciaal ge-
maakt is voor gebruik met de koelstof die in installatiehandleiding van het
buitenapparaat is opgegeven.
• Het apparaat dient volgens de instructies te worden geïnstalleerd om het
risico op beschadiging bij een aardbeving of storm te beperken. Een onjuist
geïnstalleerd apparaat kan vallen en schade of letsel veroorzaken.
• Het apparaat moet worden geïnstalleerd op een constructie die het gewicht
ervan kan dragen.
• Als de airconditioner in een kleine ruimte wordt geÔnstalleerd, moeten
maatregelen worden genomen om in geval van koelstoflekkage te
voorkomen dat de concentratie koelstof in de ruimte de veiligheidsgrens
overschrijdt. Als er koelstof weglekt en de concentratie koelstof de vei-
ligheidsgrens overschrijdt, kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan ten
gevolge van zuurstofgebrek in de ruimte.
1.1. Voor de installatie (Omgeving)
Voorzichtig:
• Gebruik het apparaat niet in bijzondere omgevingen. Wanneer de aircondition-
er geïnstalleerd wordt in een ruimte waarin deze is blootgesteld aan stoom,
vluchtige olie (waaronder machineolie) of zwavelgas, of in een gebied waarin
het apparaat wordt blootgesteld aan een hoog zoutgehalte, zoals in kustge-
bieden, dan kunnen de prestaties hierdoor aanzienlijk worden verminderd en
kan er schade ontstaan aan de interne onderdelen.
• Installeer het apparaat niet in ruimtes waar brandbare gassen worden ge-
produceerd of kunnen lekken, stromen of samenstromen. Ophoping van
brandbare gassen rond het apparaat kan leiden tot brand of een explosie.
• Plaats geen voedsel, planten, huisdieren, kunst of precisie-instrumenten in
de directe luchtstoom van het binnenapparaat of te dicht bij het apparaat,
om schade door temperatuurwisselingen of waterdruppels te voorkomen.
1.2. Voor installatie of verplaatsing
Voorzichtig:
• Ga zeer voorzichtig te werk bij het verplaatsen van de apparaten. Het ap-
paraat dient door twee of meer personen te worden getild, aangezien het
20 kg of meer weegt. Til het apparaat niet op aan de verpakkingsbanden.
Draag beschermende handschoenen, om letsel aan de handen door koe-
lvinnen of andere onderdelen te voorkomen.
• Zorg dat het verpakkingsmateriaal op een veilige manier wordt weggewor-
pen. Verpakkingsmaterialen zoals klemmen en andere metalen of houten
onderdelen kunnen snijwonden of ander letsel veroorzaken.
1.3. Voor de installatie van de elektrische bedrading
Voorzichtig:
• Installeer stroomonderbrekers. Als er geen stroomonderbrekers worden
geïnstalleerd, kunnen elektrische schokken optreden.
• Gebruik voor de voedingsleidingen standaardkabels met voldoende capaciteit.
Te lichte kabels kunnen kortsluiting, oververhitting of brand veroorzaken.
• Oefen bij de installatie van de voedingsleidingen geen trekkracht uit op de
kabels.
1.4. Voor het proefdraaien
Voorzichtig:
• Zet de netspanningsschakelaar ten minste 12 uur voordat u het apparaat
gaat gebruiken aan. Als u het apparaat direct na het aanzetten van de net-
spanningsschakelaar inschakelt, kunnen de interne onderdelen ernstig
beschadigd raken.
• Controleer voordat u begint met proefdraaien of alle panelen, beveiligingen
en andere beschermende onderdelen goed zijn geïnstalleerd. Draaiende
of warme onderdelen of onderdelen onder hoge spanning kunnen letsel
veroorzaken.
56
6.
7.
Proefdraaien ........................................................................................... 68
8.
9.
Informeer de klant na voltooiing van de installatie over de "Veiligheidsvoorschriften",
het gebruik en het onderhoud van het apparaat en laat het apparaat proefdraaien
om de werking ervan te controleren. Zowel de installatie- als de gebruikershandlei-
ding dienen ter bewaring aan de gebruiker te worden gegeven. Deze handleidingen
dienen te worden doorgegeven aan latere gebruikers.
: Geeft een onderdeel aan dat geaard moet worden.
Waarschuwing:
Lees de stickers die op het apparaat zitten zorgvuldig.
• Ventileer de ruimte als er koelstof weglekt wanneer het apparaat in werking
is. Als de koelstof in contact komt met vuur, komen giftige gassen vrij.
• Al het elektrische werk moet worden uitgevoerd door een gekwalifi ceerd
monteur in overeenstemming met de lokale regelgeving en de instructies in
deze handleiding.
• Gebruik uitsluitend de gespecifi ceerde kabels.
• De deksel van het aansluitblok van het apparaat moet stevig bevestigd zijn.
• Gebruik uitsluitend door Mitsubishi Electric goedgekeurde accessoires en
vraag de dealer of een erkende installateur deze te installeren.
• De gebruiker mag nooit proberen het apparaat zelf te repareren of te verp-
laatsen.
• Controleer na voltooiing van de installatie op koelstofl ekkage. Als koelstof
naar de ruimte lekt en in contact komt met de vlam van een verwarmings-
of kookapparaat, komen giftige gassen vrij.
• In ruimtes met een luchtvochtigheid van meer dan 80% of wanneer de afvo-
erpijp is verstopt kan water uit het binnenapparaat druppelen. Installeer
het binnenapparaat niet op plaatsen waar deze druppels schade kunnen
veroorzaken.
• Houd rekening met geluid en elektrische stroringen bij installatie van
het apparaat in een ziek apparaten, hoogfrequente medische apparatuur
en radiocommunicatieapparatuur kunnen storingen in de airconditioner
veroorzaken. Omgekeerd kan de airconditioner storingen veroorzaken in
medische apparatuur, communicatieapparatuur en de weergave van beeld-
schermen.
• De koelpijp moet worden voorzien van warmte-isolatie om condensatie te voorkomen.
Wanneer de koelpijp onvoldoende geïsoleerd is, ontstaat er condensatie.
• Breng warmte-isolatiemateriaal aan op de pijpen om condensatie te voorkomen.
Onjuiste installatie van de afvoerpijp kan leiden tot waterlekkage en schade aan
het plafond, de vloer, het meubilair of andere eigendommen.
• Gebruik geen water om de airconditioner te reinigen. Hierdoor kunnen elek-
trische schokken optreden.
• Trek met een momentsleutel alle fl ensmoeren aan volgens de specifi catie.
Bij overmatig aantrekken kan de fl ensmoer na verloop van tijd breken.
• Zorg ervoor dat het apparaat goed is geaard. Onjuiste aarding van het ap-
paraat kan elektrische schokken veroorzaken.
• Gebruik stroomonderbrekers (aardlekschakelaar, isolatieschakelaar
(+Bzekering) en onderbreker met gegoten behuizing) met de opgegeven
capaciteit. Het gebruik van stroomonderbrekers met een te hoge capaciteit
kan storingen of brand veroorzaken.
• Schakel de airconditioner niet in zonder het luchtfi lter. Zonder luchtfi lter
kan stof zich ophopen in het apparaat en storingen veroorzaken.
• Raak de schakelaars nooit met natte vingers aan. Hierdoor kan een elek-
trische schok optreden.
• Raak de koelstofpijpen niet met blote handen aan als het apparaat in werk-
ing is.
• Wacht nadat het apparaat is uitgeschakeld ten minste vijf minuten voordat
u de netspanningsschakelaar uitzet. Eerder uitzetten kan waterlekkage of
storingen veroorzaken.